Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. must:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor must (Nederlands) in het Engels

must:

must [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de must (vereiste)
    the requirement; the requisite
    the must
    – a necessary or essential thing 1
    • must [the ~] zelfstandig naamwoord
      • seat belts are an absolute must1

Vertaal Matrix voor must:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
must must; vereiste
requirement must; vereiste benodigdheid; materiaal
requisite must; vereiste conditie; eis; vereiste; voorwaarde
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
must believen; moeten; willen

Verwante woorden van "must":

  • musts

Wiktionary: must

must
noun
  1. essential action

Cross Translation:
FromToVia
must must Muss — etwas, das absolut notwendig ist