Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. minnekozen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor minnekozen (Nederlands) in het Engels

minnekozen:

minnekozen werkwoord (minnekoos, minnekoost, minnekoosde, minnekoosden, geminnekoosd)

  1. minnekozen (vrijen; de liefde bedrijven; minnen; liefkozen; beminnen)
    to make love; to love
    – have sexual intercourse with 1
    • make love werkwoord (makes love, made love, making love)
    • love werkwoord (loves, loved, loving)
    to cuddle
    – hold (a person or thing) close, as for affection, comfort, or warmth 1
    • cuddle werkwoord (cuddles, cuddled, cuddling)
      • I cuddled the baby1
    to neck
    – kiss, embrace, or fondle with sexual passion 1
    • neck werkwoord (necks, necked, necking)
      • The couple were necking in the back seat of the car1
    to caress
    – touch or stroke lightly in a loving or endearing manner 1
    • caress werkwoord (caresss, caressed, caressing)
      • He caressed her face1

Conjugations for minnekozen:

o.t.t.
  1. minnekoos
  2. minnekoost
  3. minnekoost
  4. minnekozen
  5. minnekozen
  6. minnekozen
o.v.t.
  1. minnekoosde
  2. minnekoosde
  3. minnekoosde
  4. minnekoosden
  5. minnekoosden
  6. minnekoosden
v.t.t.
  1. heb geminnekoosd
  2. hebt geminnekoosd
  3. heeft geminnekoosd
  4. hebben geminnekoosd
  5. hebben geminnekoosd
  6. hebben geminnekoosd
v.v.t.
  1. had geminnekoosd
  2. had geminnekoosd
  3. had geminnekoosd
  4. hadden geminnekoosd
  5. hadden geminnekoosd
  6. hadden geminnekoosd
o.t.t.t.
  1. zal minnekozen
  2. zult minnekozen
  3. zal minnekozen
  4. zullen minnekozen
  5. zullen minnekozen
  6. zullen minnekozen
o.v.t.t.
  1. zou minnekozen
  2. zou minnekozen
  3. zou minnekozen
  4. zouden minnekozen
  5. zouden minnekozen
  6. zouden minnekozen
en verder
  1. ben geminneloosd
  2. bent geminnekoosd
  3. is geminnekoosd
  4. zijn geminnekoosd
  5. zijn geminnekoosd
  6. zijn geminnekoosd
diversen
  1. minnekoos!
  2. minnekoost!
  3. geminnekoosd
  4. minnekozend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor minnekozen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caress aai; aaiing; aanhalen; aanhaling; gestreel; knuffel; liefkozing; streling; vleien
cuddle aanhalen; aanhaling; liefkozing; streling
love beminde; duifje; geliefde; genegenheid; innigheid; kindlief; liefde; liefje; liefste; lieve; lieveling; lieverd; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoepje; snoes; vriendin
neck hals; nek
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caress beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen aaien; knuffelen; knuffen; kozen; liefkozen; strelen
caress each other beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen
cuddle beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen afpakken; aftroggelen; bietsen; gappen; grissen; inpikken; knuffelen; kozen; liefkozen; omarmen; omhelzen; omstrengelen; ontfutselen; pikken
love beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen aanstaan; behagen; beminnen; bevallen; gelieven; houden van; liefhebben; minnen; plezieren
make love beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen de liefde bedrijven; neuken; paren; sexuele gemeenschap hebben; vrijen
neck beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen