Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cool
|
|
afkoeling; afstandelijkheid; beheersing; controle; frisheid; gereserveerdheid; kilte; koelheid; koelte; kou; koude; verkoeling; zelfbeheersing
|
fine
|
|
bekeuring; boete; boeten; bon; geldboete; geldstraf; penalty
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cool
|
|
afkoelen; bekoelen; koel worden; koelen; verkillen; verkoelen
|
fine
|
|
beboeten
|
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cherubic
|
heerlijk; mieters; verrukkelijk; zalig
|
engelachtig; hemels; lief; tot de hemel behorend
|
cool
|
gaaf; mieters; schitterend; tof
|
afstandelijk; bedaard; flegmatisch; fris; frisjes; gelijkmoedig; kalm; koel; koud; luchtig; nuchter; onderkoeld; rustig; stressbestendig; zakelijk
|
delicious
|
heerlijk; mieters; verrukkelijk; zalig
|
aanlokkelijk; goddelijk; heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; paradijselijk; reuzelekker; smakelijk; verlokkend; verrukkelijk; zalig
|
delightful
|
heerlijk; mieters; verrukkelijk; zalig
|
betoverend; heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; luisterrijk; magnifiek; overheerlijk; prachtig; reuzelekker; schitterend; smakelijk; verrukkelijk; zalig
|
fantastic
|
gaaf; mieters; schitterend; tof
|
dolletjes; enig; fabelachtig; fantastisch; fantastische; fenomenaal; gaaf; geweldig; groots; krankzinnig; puik; reuze; te gek; waanzinnig; wijs
|
glorious
|
heerlijk; mieters; verrukkelijk; zalig
|
aanzienlijk; betoverend; briljant; eervol; fenomenaal; fier; flink; geniaal; glansrijk; glorierijk; glorieus; groots; heilig; hemels; luisterrijk; lumineus; lustrijk; magnifiek; prachtig; prat; riant; roemrijk; roemrucht; roemvol; royaal; schitterend; tot de hemel behorend; trots; verheerlijkt; vorstelijk; zalig
|
great
|
kiplekker; mieters; prima
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; betoverend; briljant; dolletjes; enig; enorm; excellent; fantastisch; fenomenaal; figuurlijk; flink; fors; geschikt; geweldig; groot; groots; grootschalig; grote; hooggespannen; luisterrijk; magnifiek; prachtig; puik; reuze; schitterend; subliem; superbe; tof; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
|
outrageous
|
gaaf; mieters; schitterend; tof
|
buitengewoon; buitenissig; buitensporig; extravagant; godgeklaagd; hemeltergend; onbehoorlijk; onbetamelijk; onfatsoenlijk; ongehoord; ongepast; onwelvoegelijk; overmatig; schandaleus; schandalig; schandelijk; ten hemel schreiend; verfoeilijk; vergaand; zeer ergerlijk; zondig
|
paradisiacal
|
heerlijk; mieters; verrukkelijk; zalig
|
hemels; tot de hemel behorend
|
ravishing
|
heerlijk; mieters; verrukkelijk; zalig
|
|
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
super
|
|
fantastisch; super; supergaaf
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
as fit as fiddle
|
kiplekker; mieters; prima
|
|
fine
|
kiplekker; mieters; prima
|
akkoord; fijn; fijne; geschikt; in orde; mee eens; opperbest; slank en smal; subtiel; tof; van zand of regen
|
super
|
gaaf; mieters; schitterend; tof
|
|
wonderful
|
kiplekker; mieters; prima
|
beeldschoon; betoverend; bewonderenswaardig; curieus; dolletjes; enig; fenomenaal; glorierijk; heerlijk; kostelijk; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; miraculeus; opzienbarend; prachtig; riant; schitterend; uitstekend; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; voortreffelijk; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk; wonderschoon
|