Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. mateloosheid:
  2. mateloos:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor mateloosheid (Nederlands) in het Engels

mateloosheid:

mateloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de mateloosheid (grenzeloosheid)
    the excess; the splurge; the extravagance
  2. de mateloosheid (onmatigheid)
    the unlimitedness; the immoderateness

Vertaal Matrix voor mateloosheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
excess grenzeloosheid; mateloosheid bandeloosheid; buitenissigheid; buitensporigheid; exces; losbandigheid; overdaad; overvloed; uitspatting; uitwas; zedeloosheid
extravagance grenzeloosheid; mateloosheid bandeloosheid; buitensporigheid; losbandigheid; luxeartikel; spilzucht; uitspatting; weeldeartikel; zedeloosheid
immoderateness mateloosheid; onmatigheid
splurge grenzeloosheid; mateloosheid
unlimitedness mateloosheid; onmatigheid
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
splurge uitspatten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
excess overtollig

Verwante woorden van "mateloosheid":


mateloosheid vorm van mateloos:

mateloos bijvoeglijk naamwoord

  1. mateloos (bovenmatig; extreem; uitermate; )
    excessive; extreme

Vertaal Matrix voor mateloos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
extreme grens; limiet; uiterste
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
excessive bovenmatig; buitengemeen; buitensporig; extreem; mateloos; tomeloos; uitermate aanstellerig; buitengewoon; buitenissig; buitensporig; extravagant; onmatig; overdadig; overdreven; overmatig; theatraal
extreme bovenmatig; buitengemeen; buitensporig; extreem; mateloos; tomeloos; uitermate extreem; ultra

Verwante woorden van "mateloos":


Wiktionary: mateloos

mateloos
adjective
  1. generous and tireless with one's contributions