Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- manieren:
- manier:
-
Wiktionary:
- manieren → custom
- manieren → custody, holding, storage, reign, rule, governance, regulation, ruling, ascendancy, ascendance, attendance
- manier → manner, way
- manier → manner, way, mode, style, fashion, bearing
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor manieren (Nederlands) in het Engels
manieren:
-
de manieren (omgangsvormen; fatsoen)
Vertaal Matrix voor manieren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
manners | fatsoen; manieren; omgangsvormen | beleefdheid; beschaafdheid; betamelijkheid; decorum; fatsoen; fatsoenlijkheid; gevoeglijkheid; welgemanierdheid |
morals | fatsoen; manieren; omgangsvormen |
Verwante woorden van "manieren":
Wiktionary: manieren
manieren
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• manieren | → custody; holding; storage; reign; rule; governance; regulation; ruling; ascendancy; ascendance; attendance | ↔ tenue — Traductions à trier suivant le sens. |
manieren vorm van manier:
-
de manier (methode; handelwijze; wijze; procedure; wijs; trant)
-
de manier (gedragswijze; gedrag; handelwijze; optreden)
the behaviour; the demeanour; the behavior– (behavioral attributes) the way a person behaves toward other people 1
Vertaal Matrix voor manier:
Verwante woorden van "manier":
Synoniemen voor "manier":
Verwante definities voor "manier":
Wiktionary: manier
manier
manier
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• manier | → manner | ↔ Manier — nur Singular: Art und Weise, Stil, Eigenart |
• manier | → way; mode; manner | ↔ Weise — Art, Methode, Art und Weise |
• manier | → style; way; manner; fashion | ↔ façon — Action de faire |
• manier | → way; manner; mode; bearing; fashion; style | ↔ manière — façon dont une chose se produire. |