Locatie in het Engels vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

locatie:
- place; location; situation; venue; locale; locus; whereabouts; site
Wiktionary:
- locatie → location, point
- locatie → place, location, spot, field, site, venue

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor locatie (Nederlands) in het Engels

de locatie (plaats; plek)
the place; the location
- place [the ~] zelfstandig naamwoord
- location [the ~] zelfstandig naamwoord
de locatie (ligging)
the location; the situation
- location [the ~] zelfstandig naamwoord
- situation [the ~] zelfstandig naamwoord
de locatie (plaats)
the venue; the locale; the locus
– the scene of any event or action (especially the place of a meeting) ¹
- venue [the ~] zelfstandig naamwoord
- locale [the ~] zelfstandig naamwoord
- locus [the ~] zelfstandig naamwoord
de locatie (geschatte locatie)
the whereabouts
– the general location where something is ¹
- whereabouts [the ~] zelfstandig naamwoord
  - I questioned him about his whereabouts on the night of the crime¹
de locatie
the location
– A specific, delimited physical place, such as a bin, shelf, rack, or aisle. ²
- location [the ~] zelfstandig naamwoord
de locatie
the location
– Any disk drive, folder, or other place in which you can store files and folders. Programs will commonly ask you to choose a location to save a file. ²
- location [the ~] zelfstandig naamwoord
de locatie
the site
– A business location to which resources are assigned. A site is used to ensure that all resources required for a service are in the same physical location. ²
- site [the ~] zelfstandig naamwoord
de locatie
the location
– The street address or geographical coordinates of a user, and (by way of extensions) of the user’s computer or devices. ²
- location [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
locale	locatie; plaats	landinstellingen
location	ligging; locatie; plaats; plek	ligging; plaatsbepaling; positie; vindplaats
locus	locatie; plaats
place	locatie; plaats; plek	gebied; gewest; gouw; hoek; landstreek; navigatieplaats; oord; plaats; regio; stekkie; streek
site	locatie	bouwterrein; gebied; kavel; perceel; site; terrein; vindplaats; website
situation	ligging; locatie	conditie; gesteldheid; levensomstandigheden; ligging; omstandigheden; omstandigheid; positie; situatie; staat; stand van zaken; toestand
venue	locatie; plaats
whereabouts	geschatte locatie; locatie
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
place		aanbrengen; aanleggen; bijzetten; deponeren; herbergen; huisvesten; iemand onderdak verlenen; installeren; leggen; monteren en aansluiten; neerleggen; neerzetten; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verschaffen; plaatsen; situeren; stationeren; wegleggen; zetten; zich afspelen

locatie

noun

locatie

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• locatie	→ place; location; spot; field; site; venue	↔ lieu — portion de l’espace, soit prise en elle-même, soit considérée par rapport à ce qui l’occuper.