Nederlands
Uitgebreide vertaling voor lichter (Nederlands) in het Engels
lichter:
-
de lichter (hijsarm)
Vertaal Matrix voor lichter:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lever | hijsarm; lichter | breekijzer; dommekracht; handspaak; hefboom; kaapstanderpaal; koevoet |
lifter | hijsarm; lichter | gapper |
lighter | aansteker | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lever | vijzelen; wriggelen; wrikken | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lighter | lichter |
Verwante woorden van "lichter":
licht:
-
licht (lichtwegend)
-
licht (niet moeilijk; eenvoudig; gemakkelijk; makkelijk; simpel)
easy; easily; simple; effortless; not hard; not difficult-
easy bijvoeglijk naamwoord
-
easily bijwoord
-
simple bijvoeglijk naamwoord
-
effortless bijvoeglijk naamwoord
-
not hard bijvoeglijk naamwoord
-
not difficult bijvoeglijk naamwoord
-
-
licht (niet donker)
Vertaal Matrix voor licht:
Verwante woorden van "licht":
Antoniemen van "licht":
Verwante definities voor "licht":
Wiktionary: licht
licht
Cross Translation:
noun
licht
-
Elektromagnetische golven
- licht → light
adjective
-
lightweight
-
low in calories
-
low in fat, calories, alcohol, salt, etc.
-
of low weight
-
pale in colour
-
having light
- light → lichtgevend; lichtend; helder; licht
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• licht | → light | ↔ leicht — ein geringes Gewicht habend |
• licht | → clear; bright; light; shiny; distinct; plain; obvious; explicit; lucid; straightforward; light-coloured | ↔ clair — Qui a l’éclat du jour, de la lumière. |
• licht | → weak; faint; light; feeble; frail; weedy | ↔ faible — personne qui manquer de puissance, de ressources. |
• licht | → luminous; brilliant; bright; light | ↔ lumineux — Qui a, qui jette de la lumière. |
• licht | → light | ↔ lumière — physique|fr radiation électromagnétique qui peut produire une sensation visuelle. |
• licht | → light | ↔ léger — Dont le poids est faible, qui ne pèse guère. |
• licht | → superficial; shallow; cursory; surface | ↔ superficiel — Qui n’intéresser que la superficie, qui est uniquement en surface. |