Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. lichaamsbouw:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lichaamsbouw (Nederlands) in het Engels

lichaamsbouw:

lichaamsbouw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de lichaamsbouw (constitutie)
    the constitution; the physique; the figure; the build; the stature
    • constitution [the ~] zelfstandig naamwoord
    • physique [the ~] zelfstandig naamwoord
    • figure [the ~] zelfstandig naamwoord
    • build [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stature [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lichaamsbouw:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
build constitutie; lichaamsbouw build; figuur; gedaante; gestalte; lichaamspostuur; postuur; uiterlijk; vorm
constitution constitutie; lichaamsbouw constitutie; gestel; grondwet; lichamelijke gesteldheid
figure constitutie; lichaamsbouw cijfer; debiel; figuur; flapdrol; gedaante; gek; gestalte; getal; idioot; imbeciel; lichaamslijn; lichaamspostuur; mafkees; mafketel; mafkikker; personage; postuur; rangnummer; silhouet; uiterlijk; verschijning; vorm; waanzinnige; zot
physique constitutie; lichaamsbouw
stature constitutie; lichaamsbouw bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis; figuur; gedaante; gestalte; lichaamspostuur; postuur; uiterlijk; vorm
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
build aanbouwen; bijbouwen; bouwen; compileren; construeren; in elkaar timmeren; ineentimmeren; opbouwen; oprichten; optrekken; overeindzetten; timmerend in elkaar zetten; uitbouwen
figure figureren; visualiseren

Wiktionary: lichaamsbouw


Cross Translation:
FromToVia
lichaamsbouw cut; height; stature; figure; waist; size; measure; measurement; bulk; dimension; breadth; scale; scope; extent; range taillecoupe ; manière dont on couper certaines choses, dont elles tailler.