Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. lenzen:
  2. lens:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lenzen (Nederlands) in het Engels

lenzen:

lenzen zelfstandig naamwoord, mv.

  1. lenzen
    the lenses
    • lenses [the ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor lenzen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lenses lenzen

Verwante woorden van "lenzen":


lens:

lens [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de lens (contactlens)
    the lens
    • lens [the ~] zelfstandig naamwoord
    the contact; the contact lens
    – a thin curved glass or plastic lens designed to fit over the cornea in order to correct vision or to deliver medication 1

Vertaal Matrix voor lens:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
contact contactlens; lens aansluiting; connectie; contact; contactpersoon; link; omgaan met mensen; omgang; onderling verband; relatie; samenhang; schakel; verband; verbinding; voeling
contact lens contactlens; lens
lens contactlens; lens

Verwante woorden van "lens":


Wiktionary: lens

lens
noun
  1. anatomy: transparent crystalline structure in the eye
  2. geometry: convex shape bounded by two circular arcs
  3. device which focuses or defocuses electron beams
  4. object focusing or defocusing the light passing through it

Cross Translation:
FromToVia
lens empty; vacant; needy; miserable; destitude; impoverished; penniless; void; bare; hollow vide — Qui ne contenir rien ; qui est totalement dépourvoir de.