Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor leegloop (Nederlands) in het Engels
leegloop:
-
de leegloop (exodus)
Vertaal Matrix voor leegloop:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
exodus | exodus; leegloop | exodus; uittocht |
Verwante woorden van "leegloop":
leeglopen:
-
leeglopen (vrijlopen)
Conjugations for leeglopen:
o.t.t.
- loop leeg
- loopt leeg
- loopt leeg
- lopen leeg
- lopen leeg
- lopen leeg
o.v.t.
- liep leeg
- liep leeg
- liep leeg
- liepen leeg
- liepen leeg
- liepen leeg
v.t.t.
- ben leeggelopen
- bent leeggelopen
- is leeggelopen
- zijn leeggelopen
- zijn leeggelopen
- zijn leeggelopen
v.v.t.
- was leeggelopen
- was leeggelopen
- was leeggelopen
- waren leeggelopen
- waren leeggelopen
- waren leeggelopen
o.t.t.t.
- zal leeglopen
- zult leeglopen
- zal leeglopen
- zullen leeglopen
- zullen leeglopen
- zullen leeglopen
o.v.t.t.
- zou leeglopen
- zou leeglopen
- zou leeglopen
- zouden leeglopen
- zouden leeglopen
- zouden leeglopen
diversen
- loop leeg!
- loopt leeg!
- leeggelopen
- leeglopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor leeglopen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
loaf | brood; kwalificatie; mik; ui | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
idle | leeglopen; vrijlopen | lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen |
loaf | leeglopen; vrijlopen | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
idle | apathisch; doelloos; hol; ijdel; inactief; inhoudsloos; leeg; lethargisch; loos; lui; niet-actief; niets doend; nietszeggend; ongevuld; traag; werkschuw |