Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. lamineren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lamineren (Nederlands) in het Engels

lamineren:

lamineren werkwoord (lamineer, lamineert, lamineerde, lamineerden, gelamineerd)

  1. lamineren
    to laminate
    • laminate werkwoord (laminates, laminated, laminating)

Conjugations for lamineren:

o.t.t.
  1. lamineer
  2. lamineert
  3. lamineert
  4. lamineren
  5. lamineren
  6. lamineren
o.v.t.
  1. lamineerde
  2. lamineerde
  3. lamineerde
  4. lamineerden
  5. lamineerden
  6. lamineerden
v.t.t.
  1. heb gelamineerd
  2. hebt gelamineerd
  3. heeft gelamineerd
  4. hebben gelamineerd
  5. hebben gelamineerd
  6. hebben gelamineerd
v.v.t.
  1. had gelamineerd
  2. had gelamineerd
  3. had gelamineerd
  4. hadden gelamineerd
  5. hadden gelamineerd
  6. hadden gelamineerd
o.t.t.t.
  1. zal lamineren
  2. zult lamineren
  3. zal lamineren
  4. zullen lamineren
  5. zullen lamineren
  6. zullen lamineren
o.v.t.t.
  1. zou lamineren
  2. zou lamineren
  3. zou lamineren
  4. zouden lamineren
  5. zouden lamineren
  6. zouden lamineren
en verder
  1. is gelamineerd
diversen
  1. lamineer!
  2. lamineert!
  3. gelamineerd
  4. laminerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor lamineren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
laminate laminaat
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
laminate lamineren
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
laminate gelaagd

Wiktionary: lamineren

lamineren
verb
  1. To assemble from thin sheets