Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kwel (Nederlands) in het Engels

kwel:

kwel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kwel (droefenis; ongeluk; rouw; )
    the mournfulness; the sorrow; the regret; the dejection; the melancholy; the wistfulness; the depression; the sadness
  2. de kwel (misère; ellende; kommer)
    the misery; the sorrow; the squalor; the trouble; the misfortune
    • misery [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sorrow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • squalor [the ~] zelfstandig naamwoord
    • trouble [the ~] zelfstandig naamwoord
    • misfortune [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kwel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dejection droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart droefgeestigheid; gedeprimeerdheid; malaise; melancholie; neerslachtigheid; slapheid; slapte; somberheid; verslagenheid; zwaarmoedigheid
depression droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart depressie; droefgeestigheid; drukminimum; gedeprimeerdheid; lage luchtdruk; lagedrukgebied; malaise; melancholie; neerslachtigheid; slapheid; slapte; somberheid; ziekelijke neerslachtigheid; zwaarmoedigheid
melancholy droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart bedroefdheid; droefgeestigheid; gedeprimeerdheid; melancholie; neerslachtigheid; somberheid; weemoed; zwaarmoedigheid
misery ellende; kommer; kwel; misère ellende; leed; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; pijn; problemen; ramp; rampspoed; sores; tegenslag; tegenspoed; terugslag; zorgen
misfortune ellende; kommer; kwel; misère ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag; terugslagen
mournfulness droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart droefheid
regret droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart berouw; spijt
sadness droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart bedroefdheid; droefheid; leed; pijn; treurigheid; weemoed
sorrow droefenis; ellende; kommer; kruis; kwel; leed; misère; ongeluk; pijn; rouw; smart bedroefdheid; droefheid; leed; pijn; smart; treurigheid; verdriet
squalor ellende; kommer; kwel; misère ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag
trouble ellende; kommer; kwel; misère bemoeilijking; beroering; chaos; ellende; gedram; gehannes; gestuntel; gevaar; gezanik; gezeur; heksenketel; hinder; keet; knik; kwaal; lastigheid; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onheilsdreiging; onraad; onrust; onspoed; opstootje; ordeverstoring; overlast; pech; puinhoop; ramp; rampspoed; regelloosheid; rel; roerigheid; rottigheid; slepende ziekte; stoornis; strubbeling; tegenslag; tegenspoed; terugslag; terugslagen; wanorde; wanordelijkheid; zootje
wistfulness droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
regret betreuren; jammer vinden; spijten
trouble lastig maken; lastigvallen; teisteren
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
melancholy weemoedig

Verwante woorden van "kwel":


kwel vorm van kwellen:

kwellen werkwoord (kwel, kwelt, kwelde, kwelden, gekweld)

  1. kwellen (martelen; folteren; pijnigen)
    to torture; to torment; to hurt; to aggrieve; to offend
    • torture werkwoord (tortures, tortured, torturing)
    • torment werkwoord (torments, tormented, tormenting)
    • hurt werkwoord (hurts, hurt, hurting)
    • aggrieve werkwoord (aggrieves, aggrieved, aggrieving)
    • offend werkwoord (offends, offended, offending)
  2. kwellen (treiteren; pesten; plagen; )
    to tease; to bully; to antagonize; to pester; to harass; to provoke; to antagonise
    • tease werkwoord (teases, teased, teasing)
    • bully werkwoord (bullies, bullied, bullying)
    • antagonize werkwoord, Amerikaans (antagonizes, antagonized, antagonizing)
    • pester werkwoord (pesters, pestered, pestering)
    • harass werkwoord (harasses, harassed, harassing)
    • provoke werkwoord (provokes, provoked, provoking)
    • antagonise werkwoord, Brits

Conjugations for kwellen:

o.t.t.
  1. kwel
  2. kwelt
  3. kwelt
  4. kwellen
  5. kwellen
  6. kwellen
o.v.t.
  1. kwelde
  2. kwelde
  3. kwelde
  4. kwelden
  5. kwelden
  6. kwelden
v.t.t.
  1. heb gekweld
  2. hebt gekweld
  3. heeft gekweld
  4. hebben gekweld
  5. hebben gekweld
  6. hebben gekweld
v.v.t.
  1. had gekweld
  2. had gekweld
  3. had gekweld
  4. hadden gekweld
  5. hadden gekweld
  6. hadden gekweld
o.t.t.t.
  1. zal kwellen
  2. zult kwellen
  3. zal kwellen
  4. zullen kwellen
  5. zullen kwellen
  6. zullen kwellen
o.v.t.t.
  1. zou kwellen
  2. zou kwellen
  3. zou kwellen
  4. zouden kwellen
  5. zouden kwellen
  6. zouden kwellen
en verder
  1. ben gekweld
  2. bent gekweld
  3. is gekweld
  4. zijn gekweld
  5. zijn gekweld
  6. zijn gekweld
diversen
  1. kwel!
  2. kwelt!
  3. gekweld
  4. kwellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kwellen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bully bullebak; bullebijter; despoot; kwelduivel; overheerser; pestkop; plaaggeest; tiran; treiteraar
hurt belediging; grief; krenking; kwetsuur; verwonding; wond
pester bullebak; bullebijter
torment agonie; grief; kwelling; nood; torment; verschrikking
torture agonie; foltering; grief; kwelling; marteling; nood; pijniging; torment; verschrikking
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aggrieve folteren; kwellen; martelen; pijnigen benadelen; grieven; krenken; kwetsen; nadeel berokkenen; pijn doen; zeer doen
antagonise koeioneren; kwellen; narren; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren
antagonize koeioneren; kwellen; narren; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren
bully koeioneren; kwellen; narren; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren intimideren; ringeloren; terroriseren; tiranniseren; vrees aanjagen
harass koeioneren; kwellen; narren; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren lastigvallen; teisteren
hurt folteren; kwellen; martelen; pijnigen aandoen; benadelen; beschadigen; bezeren; blesseren; duperen; grieven; knauwen; krenken; kwaad doen; kwetsen; nadeel toebrengen; nadelig zijn; pijn bezorgen; pijn doen; schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden; verwonden; zeer doen
offend folteren; kwellen; martelen; pijnigen een zonde begaan; grieven; krenken; kwaad doen; kwetsen; misdrijven; ontstemmen; pijn bezorgen; pijn doen; verwonden; zeer doen; zondigen
pester koeioneren; kwellen; narren; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren chicaneren; dwarszitten; kleinzielig gedragen; op zijn hart hebben; wegpesten
provoke koeioneren; kwellen; narren; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren aanleiding geven tot; aanzetten tot; instigeren; ontlokken; ophitsen; provoceren; uitdagen; uitlokken; verwekken
tease koeioneren; kwellen; narren; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren foppen; in de maling nemen; ontlokken; te pakken nemen; voor de gek houden
torment folteren; kwellen; martelen; pijnigen
torture folteren; kwellen; martelen; pijnigen mishandelen; molesteren; pijnigen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hurt beledigd; gegriefd; gekwetst; gewond

Verwante woorden van "kwellen":


Wiktionary: kwellen

kwellen
verb
  1. pijn of ergernis bezorgen
kwellen
verb
  1. to annoy, cause discomfort or resent
  2. to physically harm, pain
  3. to cause physical pain and/or injury
  4. to harass
  5. to cause severe suffering
  6. to distress; to cause mental suffering

Cross Translation:
FromToVia
kwellen grind; mill; pulverize; crush moudre — Mettre en poudre au moyen du moulin.
kwellen torment; agonize; bully; distress; harass; torture tourmenter — Faire souffrir quelque tourment de corps.