Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kwalificeren (Nederlands) in het Engels
kwalificeren:
-
kwalificeren
Conjugations for kwalificeren:
o.t.t.
- kwalificeer
- kwalificeert
- kwalificeert
- kwalificeren
- kwalificeren
- kwalificeren
o.v.t.
- kwalificeerde
- kwalificeerde
- kwalificeerde
- kwalificeerden
- kwalificeerden
- kwalificeerden
v.t.t.
- ben gekwalificeerd
- bent gekwalificeerd
- is gekwalificeerd
- zijn gekwalificeerd
- zijn gekwalificeerd
- zijn gekwalificeerd
v.v.t.
- was gekwalificeerd
- was gekwalificeerd
- was gekwalificeerd
- waren gekwalificeerd
- waren gekwalificeerd
- waren gekwalificeerd
o.t.t.t.
- zal kwalificeren
- zult kwalificeren
- zal kwalificeren
- zullen kwalificeren
- zullen kwalificeren
- zullen kwalificeren
o.v.t.t.
- zou kwalificeren
- zou kwalificeren
- zou kwalificeren
- zouden kwalificeren
- zouden kwalificeren
- zouden kwalificeren
en verder
- heb gekwalificeerd
- hebt gekwalificeerd
- is gekwalificeerd
- zijn gekwalificeerd
- zijn gekwalificeerd
- zijn gekwalificeerd
diversen
- kwalificeer!
- kwalificeert!
- gekwalificeerd
- kwalificerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor kwalificeren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
qualify | kwalificeren | leren; onderwijzen; zich kwalificeren voor; zich plaatsen |
Wiktionary: kwalificeren
kwalificeren
verb
-
voldoen aan de voorwaarden om ergens aan mee te kunnen doen
- kwalificeren → qualify