Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. koninkrijk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor koninkrijk (Nederlands) in het Engels

koninkrijk:

koninkrijk [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het koninkrijk
    the kingdom
    • kingdom [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor koninkrijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kingdom koninkrijk land; natie; rijk; staat

Verwante woorden van "koninkrijk":

  • koninkrijken

Wiktionary: koninkrijk

koninkrijk
noun
  1. een staatsvorm met een koning aan het hoofd
koninkrijk
noun
  1. nation having as supreme ruler a king and/or queen
  2. territory or state

Cross Translation:
FromToVia
koninkrijk kingdom KönigreichReich eines Königs
koninkrijk kingdom; realm royaume — Pays dirigé par un roi ou une reine