Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. knokkel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor knokkel (Nederlands) in het Engels

knokkel:

knokkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de knokkel
    the knuckle
    • knuckle [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor knokkel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knuckle knokkel kluif; knekel

Verwante woorden van "knokkel":

  • knokkels, knokkeltje, knokkeltjes

Wiktionary: knokkel

knokkel
noun
  1. het gewricht dat de vingers met de hand verbindt, vooral zichtbaar als men de vingers buigt
knokkel
noun
  1. joint of the finger

Computer vertaling door derden: