Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. klussen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klussen (Nederlands) in het Engels

klussen:

klussen werkwoord (klus, klust, kluste, klusten, geklust)

  1. klussen (klusje opknappen)
    to do odd jobs
    • do odd jobs werkwoord (does odd jobs, did odd jobs, doing odd jobs)

Conjugations for klussen:

o.t.t.
  1. klus
  2. klust
  3. klust
  4. klussen
  5. klussen
  6. klussen
o.v.t.
  1. kluste
  2. kluste
  3. kluste
  4. klusten
  5. klusten
  6. klusten
v.t.t.
  1. heb geklust
  2. hebt geklust
  3. heeft geklust
  4. hebben geklust
  5. hebben geklust
  6. hebben geklust
v.v.t.
  1. had geklust
  2. had geklust
  3. had geklust
  4. hadden geklust
  5. hadden geklust
  6. hadden geklust
o.t.t.t.
  1. zal klussen
  2. zult klussen
  3. zal klussen
  4. zullen klussen
  5. zullen klussen
  6. zullen klussen
o.v.t.t.
  1. zou klussen
  2. zou klussen
  3. zou klussen
  4. zouden klussen
  5. zouden klussen
  6. zouden klussen
diversen
  1. klus!
  2. klust!
  3. geklust
  4. klussend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

klussen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het klussen
    the doing odd jobs

Vertaal Matrix voor klussen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doing odd jobs klussen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
do odd jobs klusje opknappen; klussen