Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. kluis:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kluis (Nederlands) in het Engels

kluis:

kluis [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kluis (brandkast)
    the vault; the safe; the cellar
    • vault [the ~] zelfstandig naamwoord
    • safe [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cellar [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de kluis (bewaarkluis; safe)
    the safe deposit box; the safe; the strongbox
  3. de kluis
    the vault
    – A set of credentials that users can create, store and manage in Credential Manager. 1
    • vault [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kluis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cellar brandkast; kluis gewelf; kelder
safe bewaarkluis; brandkast; kluis; safe
safe deposit box bewaarkluis; kluis; safe
strongbox bewaarkluis; kluis; safe geldkist; schatkist
vault brandkast; kluis booggewelf; crypt; crypte; gewelf; graf; grafkamer; grafkelder; grafkuil; grafplaats; graftombe; kelder; koepel; onderaards graf; onderaardse gang; plafond
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vault bokspringen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
safe blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; veilig; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig

Verwante woorden van "kluis":


Wiktionary: kluis

kluis
noun
  1. box in which valuables can be locked for safekeeping
  2. a secure, enclosed area

Cross Translation:
FromToVia
kluis safe; strongbox coffre-fortcoffre de métal, généralement en forme d’armoire, destiner à serrer de l’argent et les objets précieux, et construire de telle façon qu’il être à l’abri du feu et des voleurs.