Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- kiezen:
- kies:
-
Wiktionary:
- kiezen → choose, name, pick
- kiezen → decide, choose, adopt, accept, receive, accredit, admit, assume, espouse, strike, elect, pick out, opt, designate, appoint, denote, mark, motion, show, indicate, point out, demonstrate, display, manifest, suggest, connote, pick, vote, poll, ballot
- kies → molar
- kies → dainty, delicate, fine, refined, gentle, sensitive, soft, tender, awkward
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kiezen (Nederlands) in het Engels
kiezen:
-
kiezen (selecteren; uitzoeken; uitkiezen; uitpikken; selectie toepassen; schiften; ziften)
-
kiezen (zijn stem uitbrengen; stemmen)
-
kiezen
-
kiezen
Conjugations for kiezen:
o.t.t.
- kies
- kiest
- kiest
- kiezen
- kiezen
- kiezen
o.v.t.
- koos
- koos
- koos
- kozen
- kozen
- kozen
v.t.t.
- heb gekozen
- hebt gekozen
- heeft gekozen
- hebben gekozen
- hebben gekozen
- hebben gekozen
v.v.t.
- had gekozen
- had gekozen
- had gekozen
- hadden gekozen
- hadden gekozen
- hadden gekozen
o.t.t.t.
- zal kiezen
- zult kiezen
- zal kiezen
- zullen kiezen
- zullen kiezen
- zullen kiezen
o.v.t.t.
- zou kiezen
- zou kiezen
- zou kiezen
- zouden kiezen
- zouden kiezen
- zouden kiezen
en verder
- ben gekozen
- bent gekozen
- is gekozen
- zijn gekozen
- zijn gekozen
- zijn gekozen
diversen
- kies!
- kiest!
- gekozen
- kiezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
kiezen (draaiend kiezen)
Vertaal Matrix voor kiezen:
Verwante woorden van "kiezen":
Verwante definities voor "kiezen":
Wiktionary: kiezen
kiezen
Cross Translation:
verb
kiezen
-
uit meerdere mogelijkheden één nemen
- kiezen → choose
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kiezen | → decide | ↔ entscheiden — eine Auswahl treffen, sich bestimmen |
• kiezen | → choose | ↔ erkiesen — (transitiv) veraltet: jemanden oder etwas auswählen |
• kiezen | → adopt; accept; receive; accredit; admit; assume; espouse; strike; choose; elect; pick out | ↔ adopter — choisir quelqu’un pour fils ou pour fille et lui en donner les droits civils en remplir certaines conditions prescrire par la loi. |
• kiezen | → choose; elect; pick out; opt | ↔ choisir — Action de faire un choix ; prendre une personne ou une chose de préférence à une autre ou à plusieurs autres. |
• kiezen | → designate; appoint; denote; mark; motion; show; indicate; point out; demonstrate; display; manifest; suggest; connote; choose; elect; pick out; opt | ↔ désigner — Traduction à trier |
• kiezen | → opt; choose; elect; pick out; pick | ↔ opter — Choisir entre deux ou plusieurs choses qu’on ne peut avoir ensemble, entre deux ou plusieurs partis pour l’un desquels il faut se déterminer. |
• kiezen | → vote | ↔ voter — Exprimer son choix, sa préférence lors d’une votation. |
• kiezen | → vote; poll; ballot | ↔ élire — Choisir entre plusieurs personnes ou plusieurs choses. (Sens général). |
kies:
-
kies (tactvol; met veel tact)
diplomatic; tactful; discreet-
diplomatic bijvoeglijk naamwoord
-
tactful bijvoeglijk naamwoord
-
discreet bijvoeglijk naamwoord
-
-
kies (discreet; discrete; bescheiden; ingetogen)
discreet; modest; considerate-
discreet bijvoeglijk naamwoord
-
modest bijvoeglijk naamwoord
-
considerate bijvoeglijk naamwoord
-
-
kies (respectabel; eerzaam; keurig; eerbaar)
honourable; respectable; decent; neat; honorable-
respectable bijvoeglijk naamwoord
-
decent bijvoeglijk naamwoord
-
neat bijvoeglijk naamwoord
-
de kies (maaltand)