Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ketter:
  2. ketteren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ketter (Nederlands) in het Engels

ketter:

ketter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ketter
    the heretic
    • heretic [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ketter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heretic ketter

Verwante woorden van "ketter":


Wiktionary: ketter

ketter
noun
  1. iemand die vanwege afwijking van de katholieke leer tot misdadiger verklaard was
ketter
noun
  1. someone who believes contrary to fundamentals

Cross Translation:
FromToVia
ketter heretic Ketzerkatholische Kirche, abwertend: jemand, der kirchliche Dogmen und Glaubenslehren ablehnt und/oder öffentlich kritisiert

ketter vorm van ketteren:

ketteren werkwoord (ketter, kettert, ketterde, ketterden, geketterd)

  1. ketteren
    to rage; to curse; to swear; to storm
    • rage werkwoord (rages, raging)
    • curse werkwoord (curses, cursed, cursing)
    • swear werkwoord (swears, swore, swearing)
    • storm werkwoord (storms, stormed, storming)

Conjugations for ketteren:

o.t.t.
  1. ketter
  2. kettert
  3. kettert
  4. ketteren
  5. ketteren
  6. ketteren
o.v.t.
  1. ketterde
  2. ketterde
  3. ketterde
  4. ketterden
  5. ketterden
  6. ketterden
v.t.t.
  1. heb geketterd
  2. hebt geketterd
  3. heeft geketterd
  4. hebben geketterd
  5. hebben geketterd
  6. hebben geketterd
v.v.t.
  1. had geketterd
  2. had geketterd
  3. had geketterd
  4. hadden geketterd
  5. hadden geketterd
  6. hadden geketterd
o.t.t.t.
  1. zal ketteren
  2. zult ketteren
  3. zal ketteren
  4. zullen ketteren
  5. zullen ketteren
  6. zullen ketteren
o.v.t.t.
  1. zou ketteren
  2. zou ketteren
  3. zou ketteren
  4. zouden ketteren
  5. zouden ketteren
  6. zouden ketteren
diversen
  1. ketter!
  2. kettert!
  3. geketterd
  4. ketterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ketteren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
curse banvloek; vertikking; vervloeking; verwensing; vloek
rage dolheid; furie; giftigheid; kwaadheid; manie; pathologische opgewondenheid; rage; razernij; toorn; verbolgenheid; woede
storm hevige wind; hondenweer; noodweer; stormwind; wind
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
curse ketteren verdoemen; vervloeken; verwensen; vloeken
rage ketteren blaffen; brullen; bulderen; daveren; donderen; fulmineren; razen; schreeuwen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uit de slof schieten; uitvaren; vuilbekken; woeden
storm ketteren aanvallen; attaqueren; belegeren; bestormen; donderen; fulmineren; haasten; jachten; overvallen; razen; spoeden; stormlopen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; tot spoed aanzetten; uit de slof schieten; uitvaren; woeden
swear ketteren een eed afleggen; een eed doen; inkankeren; vloeken; zweren

Verwante woorden van "ketteren":


Wiktionary: ketteren


Cross Translation:
FromToVia
ketteren blaspheme; curse; cuss; swear blasphémerproférer un blasphème ou des blasphèmes.