Nederlands
Uitgebreide vertaling voor karnen (Nederlands) in het Engels
karnen:
-
karnen
Conjugations for karnen:
o.t.t.
- karn
- karnt
- karnt
- karnen
- karnen
- karnen
o.v.t.
- karnde
- karnde
- karnde
- karnden
- karnden
- karnden
v.t.t.
- heb gekarnd
- hebt gekarnd
- heeft gekarnd
- hebben gekarnd
- hebben gekarnd
- hebben gekarnd
v.v.t.
- had gekarnd
- had gekarnd
- had gekarnd
- hadden gekarnd
- hadden gekarnd
- hadden gekarnd
o.t.t.t.
- zal karnen
- zult karnen
- zal karnen
- zullen karnen
- zullen karnen
- zullen karnen
o.v.t.t.
- zou karnen
- zou karnen
- zou karnen
- zouden karnen
- zouden karnen
- zouden karnen
en verder
- is gekarnd
diversen
- karn!
- karnt!
- gekarnd
- karnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor karnen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
churn | botervat; karn; karnton | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
churn | karnen | kolken; omroeren; roeren; wervelen; wielen; woelen; wroeten; wurmen |
Verwante woorden van "karnen":
karnen vorm van karn:
-
de karn (botervat)
Vertaal Matrix voor karn:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
butter barrel | botervat; karn | |
churn | botervat; karn | karnton |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
churn | karnen; kolken; omroeren; roeren; wervelen; wielen; woelen; wroeten; wurmen |