Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. kapitaliseren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kapitaliseren (Nederlands) in het Engels

kapitaliseren:

kapitaliseren werkwoord (kapitaliseer, kapitaliseert, kapitaliseerde, kapitaliseerden, gekapitaliseerd)

  1. kapitaliseren
    to realize; to realise
    • realize werkwoord, Amerikaans (realizes, realized, realizing)
    • realise werkwoord, Brits

Conjugations for kapitaliseren:

o.t.t.
  1. kapitaliseer
  2. kapitaliseert
  3. kapitaliseert
  4. kapitaliseren
  5. kapitaliseren
  6. kapitaliseren
o.v.t.
  1. kapitaliseerde
  2. kapitaliseerde
  3. kapitaliseerde
  4. kapitaliseerden
  5. kapitaliseerden
  6. kapitaliseerden
v.t.t.
  1. heb gekapitaliseerd
  2. hebt gekapitaliseerd
  3. heeft gekapitaliseerd
  4. hebben gekapitaliseerd
  5. hebben gekapitaliseerd
  6. hebben gekapitaliseerd
v.v.t.
  1. had gekapitaliseerd
  2. had gekapitaliseerd
  3. had gekapitaliseerd
  4. hadden gekapitaliseerd
  5. hadden gekapitaliseerd
  6. hadden gekapitaliseerd
o.t.t.t.
  1. zal kapitaliseren
  2. zult kapitaliseren
  3. zal kapitaliseren
  4. zullen kapitaliseren
  5. zullen kapitaliseren
  6. zullen kapitaliseren
o.v.t.t.
  1. zou kapitaliseren
  2. zou kapitaliseren
  3. zou kapitaliseren
  4. zouden kapitaliseren
  5. zouden kapitaliseren
  6. zouden kapitaliseren
en verder
  1. is gekapitaliseerd
diversen
  1. kapitaliseer!
  2. kapitaliseert!
  3. gekapitaliseerd
  4. kapitaliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kapitaliseren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
realise kapitaliseren beseffen; bewerkstelligen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren; totstandkomen; verwerkelijken; verwezenlijken; waarmaken
realize kapitaliseren beseffen; bewerkstelligen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren; totstandkomen; verwerkelijken; verwezenlijken; waarmaken

Wiktionary: kapitaliseren

kapitaliseren
verb
  1. kapitaal laten aangroeien