Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. kansel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kansel (Nederlands) in het Engels

kansel:

kansel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kansel (preekstoel; spreekgestoelte)
    the pulpit
    • pulpit [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kansel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pulpit kansel; preekstoel; spreekgestoelte

Verwante woorden van "kansel":

  • kansels, kanseltje

Wiktionary: kansel

kansel
noun
  1. raised platform in church