Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. kans:
  2. kan:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor kans:
    • odds, likelihood, oppertunity


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kans (Nederlands) in het Engels

kans:

kans [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de kans (mogelijkheid; gelegenheid)
    the possibility; the opportunity; the chance
  2. de kans (waagstuk; gewaagde onderneming; risicovolle onderneming; risico; gok)
    the venture; the risky venture; the gamble; the hazardous business; the risky undertaking; the beezer; the risky enterprise; the shot; the hazardous undertaking; the wager; the bold venture
  3. de kans (vooruitzicht; toekomst; perspectief)
    the vision
    • vision [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. de kans (verkoopkans)
    the opportunity
    – A potential revenue-generating event, or sale to an account, that needs to be tracked through a sales process to completion. 1

Vertaal Matrix voor kans:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beezer gewaagde onderneming; gok; kans; risico; risicovolle onderneming; waagstuk
bold venture gewaagde onderneming; gok; kans; risico; risicovolle onderneming; waagstuk
chance gelegenheid; kans; mogelijkheid buitenkansje; gelukkig toeval; mazzel; mazzeltje; meevaller; meevallertje; opsteker; tref; voordeel
gamble gewaagde onderneming; gok; kans; risico; risicovolle onderneming; waagstuk loterij
hazardous business gewaagde onderneming; gok; kans; risico; risicovolle onderneming; waagstuk
hazardous undertaking gewaagde onderneming; gok; kans; risico; risicovolle onderneming; waagstuk
opportunity gelegenheid; kans; mogelijkheid; verkoopkans
possibility gelegenheid; kans; mogelijkheid eventualiteit
risky enterprise gewaagde onderneming; gok; kans; risico; risicovolle onderneming; waagstuk
risky undertaking gewaagde onderneming; gok; kans; risico; risicovolle onderneming; waagstuk
risky venture gewaagde onderneming; gok; kans; risico; risicovolle onderneming; waagstuk
shot gewaagde onderneming; gok; kans; risico; risicovolle onderneming; waagstuk scheutje
venture gewaagde onderneming; gok; kans; risico; risicovolle onderneming; waagstuk bedrijf; coöperatie; firma; handelsbedrijf; handelshuis; maatschap; maatschappij; onderneming; vennootschap
vision kans; perspectief; toekomst; vooruitzicht aanblik; aanzicht; begrip; benul; beschouwing; denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; kijk; lezing; mening; mentale voorstelling; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; visioen; zienswijze
wager gewaagde onderneming; gok; kans; risico; risicovolle onderneming; waagstuk weddenschap
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gamble een gok wagen; gewaagde zaken doen; gokken
venture avonturieren; gewaagde zaken doen
wager inzetten; verwedden; wedden
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
shot doodgeschoten; geëxecuteerd

Verwante woorden van "kans":


Synoniemen voor "kans":


Verwante definities voor "kans":

  1. het proberen van iets terwijl je weet dat het misschien mislukt2
    • waag eens een kans! koop een lot!2
  2. iets dat mogelijk of waarschijnlijk is2
    • ik krijg geen kans om vooraan te lopen2

Wiktionary: kans

kans
noun
  1. de mogelijkheid dat er iets gaat gebeuren
  2. een mooie gelegenheid
kans
noun
  1. a chance
  2. probability of something happening
  3. an opportunity or possibility
  4. chance for advancement, progress or profit

Cross Translation:
FromToVia
kans chance; opportunity; prospect Chance — eine Situation, die jemandem etwas ermöglicht, eine Möglichkeit, eine Aussicht auf etwas
kans chance; odds Chance — die Angabe, wie wahrscheinlich oder unwahrscheinlich etwas ist

kans vorm van kan:

kan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kan (schenkkan)
    the jug; the ewer; the water jug; the tankard
    • jug [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ewer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • water jug [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tankard [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ewer kan; schenkkan lampetkan; lampetkom
jug kan; schenkkan kannetje; kit; kolenbak; kolenemmer; kolenkit; kroes; kruik; lampetkan; lampetkom; pul; schenkkannetje
tankard kan; schenkkan kannetje; schenkkannetje
water jug kan; schenkkan lampetkan; lampetkom

Verwante woorden van "kan":


Wiktionary: kan

kan
noun
  1. amount a jug can hold
  2. serving vessel
  3. a more or less cylindrical vessel for liquids

Cross Translation:
FromToVia
kan can; canister Kanister — verschließbarer Behälter, meist aus Blech, Plastik, der zum Transport und Aufbewahren von Flüssigkeiten (Wasser, Öl, Treibstoff) benutzt wird
kan tankard brocrécipient portatif d’une assez grande capacité, communément de bois, garnir de cercles de fer ou de cuivre, qui a une anse et un bec évaser et dont on se servir ordinairement pour tirer ou transporter du vin.
kan pot; vase; vessel; jug; can; mug; tankard; jar potvase de terre ou de métal servant à divers usages.