Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. kam:
  2. kammen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kam (Nederlands) in het Engels

kam:

kam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kam (bergrug; rug; bergkam)
    the ridge; the mountain ridge; the mountain cam

Vertaal Matrix voor kam:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mountain cam bergkam; bergrug; kam; rug
mountain ridge bergkam; bergrug; kam; rug
ridge bergkam; bergrug; kam; rug dakvorst; heuvelkam; heuvelrug; nok; plooirug; rand; ribbel; richel; top

Verwante woorden van "kam":


Verwante definities voor "kam":

  1. voorwerp met tanden waar je je haren netjes mee maakt1
    • ik moet even een kam door mijn haar halen1

Wiktionary: kam

kam
noun
  1. getand object om haren mee te verzorgen
  2. onderdeel van een snaarinstrument
kam
noun
  1. ridge or top of a wave
  2. fleshy growth on the top of the head of some birds and reptiles
  3. toothed implement for grooming the hair
  4. piece on string instruments

Cross Translation:
FromToVia
kam bridge chevalet — Support servant à tenir élevées les cordes d’un instrument à cordes
kam crest; comb; ridge crêteexcroissance charnue que les coqs et quelques autres gallinacés ont sur leur tête.
kam comb peigne — Instrument qui sert à démêler et à arranger les cheveux et la barbe

kammen:

kammen werkwoord (kam, kamt, kamde, kamden, gekamd)

  1. kammen
    to comb; to go through with a fine-tooth comb
    • comb werkwoord (combs, combed, combing)
    • go through with a fine-tooth comb werkwoord (goes through with a fine-tooth comb, went through with a fine-tooth comb, going through with a fine-tooth comb)

Conjugations for kammen:

o.t.t.
  1. kam
  2. kamt
  3. kamt
  4. kammen
  5. kammen
  6. kammen
o.v.t.
  1. kamde
  2. kamde
  3. kamde
  4. kamden
  5. kamden
  6. kamden
v.t.t.
  1. heb gekamd
  2. hebt gekamd
  3. heeft gekamd
  4. hebben gekamd
  5. hebben gekamd
  6. hebben gekamd
v.v.t.
  1. had gekamd
  2. had gekamd
  3. had gekamd
  4. hadden gekamd
  5. hadden gekamd
  6. hadden gekamd
o.t.t.t.
  1. zal kammen
  2. zult kammen
  3. zal kammen
  4. zullen kammen
  5. zullen kammen
  6. zullen kammen
o.v.t.t.
  1. zou kammen
  2. zou kammen
  3. zou kammen
  4. zouden kammen
  5. zouden kammen
  6. zouden kammen
en verder
  1. ben gekamd
  2. bent gekamd
  3. is gekamd
  4. zijn gekamd
  5. zijn gekamd
  6. zijn gekamd
diversen
  1. kam!
  2. kamt!
  3. gekamd
  4. kammend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

kammen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de kammen
    the combs
    • combs [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kammen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
combs kammen bergkammen; bergruggen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comb kammen
go through with a fine-tooth comb kammen

Verwante woorden van "kammen":


Wiktionary: kammen

kammen
verb
  1. met een kam haar in orde brengen
kammen
verb
  1. to groom the hair with a toothed implement

Cross Translation:
FromToVia
kammen comb kämmenmithilfe eines Kammes die Haare richten

Verwante vertalingen van kam