Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. kalven:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kalfden (Nederlands) in het Engels

kalven:

kalven werkwoord (kalf, kalft, kalfde, kalfden, gekalfd)

  1. kalven (kalveren werpen)
    to calve
    • calve werkwoord (calves, calved, calving)

Conjugations for kalven:

o.t.t.
  1. kalf
  2. kalft
  3. kalft
  4. kalven
  5. kalven
  6. kalven
o.v.t.
  1. kalfde
  2. kalfde
  3. kalfde
  4. kalfden
  5. kalfden
  6. kalfden
v.t.t.
  1. heb gekalfd
  2. hebt gekalfd
  3. heeft gekalfd
  4. hebben gekalfd
  5. hebben gekalfd
  6. hebben gekalfd
v.v.t.
  1. had gekalfd
  2. had gekalfd
  3. had gekalfd
  4. hadden gekalfd
  5. hadden gekalfd
  6. hadden gekalfd
o.t.t.t.
  1. zal kalven
  2. zult kalven
  3. zal kalven
  4. zullen kalven
  5. zullen kalven
  6. zullen kalven
o.v.t.t.
  1. zou kalven
  2. zou kalven
  3. zou kalven
  4. zouden kalven
  5. zouden kalven
  6. zouden kalven
diversen
  1. kalf!
  2. kalft!
  3. gekalfd
  4. kalvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kalven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
calve kalven; kalveren werpen baren; bevallen; ter wereld brengen; voortbrengen

Verwante woorden van "kalven":


Wiktionary: kalven

kalven
verb
  1. -