Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kabbelen (Nederlands) in het Engels
kabbelen:
-
kabbelen
Conjugations for kabbelen:
o.t.t.
- kabbel
- kabbelt
- kabbelt
- kabbelen
- kabbelen
- kabbelen
o.v.t.
- kabbelde
- kabbelde
- kabbelde
- kabbelden
- kabbelden
- kabbelden
v.t.t.
- heb gekabbeld
- hebt gekabbeld
- heeft gekabbeld
- hebben gekabbeld
- hebben gekabbeld
- hebben gekabbeld
v.v.t.
- had gekabbeld
- had gekabbeld
- had gekabbeld
- hadden gekabbeld
- hadden gekabbeld
- hadden gekabbeld
o.t.t.t.
- zal kabbelen
- zult kabbelen
- zal kabbelen
- zullen kabbelen
- zullen kabbelen
- zullen kabbelen
o.v.t.t.
- zou kabbelen
- zou kabbelen
- zou kabbelen
- zouden kabbelen
- zouden kabbelen
- zouden kabbelen
diversen
- kabbel!
- kabbelt!
- gekabbeld
- kabbelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor kabbelen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lap | moederschoot; schoot | |
ripple | golfje; rimpeling | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lap | kabbelen | opslobberen; slobberen |
ripple | kabbelen | kreukelen; rimpelen; verfrommelen; verkreukelen |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lap | bovenbenen; schoot |
Wiktionary: kabbelen
kabbelen
kabbelen
Cross Translation:
verb
-
to make a continuous murmuring noise, as shallow water running over stones.
-
to move like the undulating surface of a body of water
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kabbelen | → lap; plash; splash; beat; paddle | ↔ barboter — bredouiller, marmonner, parler d’une manière confuse, s’embrouiller dans ses explications. |
• kabbelen | → lap; plash; splash; beat | ↔ clapoter — marine|fr éprouver le clapotis. |