Nederlands
Uitgebreide vertaling voor jaar (Nederlands) in het Engels
jaar:
-
het jaar (tijdsperiode)
-
het jaar (wijnjaar)
-
het jaar (schooljaar)
Vertaal Matrix voor jaar:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| class | jaar; schooljaar | aard; categorie; classificatie; college; collegium; genre; klas; klasse; les; lesuur; maatschappelijke klasse; objectklasse; onderverdeling; orde; rang; schooljaar; schoolklas; slag; sociale groep; soort; stand; type |
| period of time | periode; poosje; termijn; tijdruimte; tijdsbestek; tijdsduur; tijdsruimte | |
| vintage | jaar; wijnjaar | druivenoogst; oogst; pluk; wijn; wijnoogst |
| year | jaar; schooljaar; tijdsperiode; wijnjaar | jaartal |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| class | classificeren; rangschikken; rubriceren | |
| Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| period of time | jaar; tijdsperiode | |
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| class | frontaal; klassikaal |
Verwante woorden van "jaar":
Verwante definities voor "jaar":
Wiktionary: jaar
jaar
Cross Translation:
noun
jaar
-
de duur van een omloop van de aarde om de zon van circa 365 dagen.
- jaar → year
noun
-
time it takes for the Earth to complete one revolution of the Sun
-
time it takes for any planetary body to make one revolution around another body
-
a period between set dates that mark a year
-
a scheduled part of a calendar year spent in a specific activity
-
a Julian year
-
a level or grade at school or college
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • jaar | → year | ↔ Jahr — periodischer wiederkehrender Zeitraum, etwa ein Umlauf der Erde um die Sonne, 12 Monate, 365 Tage |
| • jaar | → year; age | ↔ Jahr — erreichtes Lebensalter, Lebensjahr, durch Zusätze punktuell qualifiziertes Jahr |
| • jaar | → year | ↔ an — temps que met la Terre à accomplir une révolution autour du Soleil et qui se divise en douze mois. année. |
| • jaar | → year | ↔ année — Année terrestre |