Nederlands
Uitgebreide vertaling voor invoegen (Nederlands) in het Engels
invoegen:
-
invoegen (inbrengen)
-
invoegen (tussenleggen; inleggen)
-
invoegen (overgaan op nieuwe rijbaan)
filter in; join the traffic; feed in-
filter in werkwoord
-
join the traffic werkwoord
-
feed in werkwoord
-
-
invoegen
Conjugations for invoegen:
o.t.t.
- voeg in
- voegt in
- voegt in
- voegen in
- voegen in
- voegen in
o.v.t.
- voegde in
- voegde in
- voegde in
- voegden in
- voegden in
- voegden in
v.t.t.
- heb ingevoegd
- hebt ingevoegd
- heeft ingevoegd
- hebben ingevoegd
- hebben ingevoegd
- hebben ingevoegd
v.v.t.
- had ingevoegd
- had ingevoegd
- had ingevoegd
- hadden ingevoegd
- hadden ingevoegd
- hadden ingevoegd
o.t.t.t.
- zal invoegen
- zult invoegen
- zal invoegen
- zullen invoegen
- zullen invoegen
- zullen invoegen
o.v.t.t.
- zou invoegen
- zou invoegen
- zou invoegen
- zouden invoegen
- zouden invoegen
- zouden invoegen
en verder
- ben ingevoegd
- bent ingevoegd
- is ingevoegd
- zijn ingevoegd
- zijn ingevoegd
- zijn ingevoegd
diversen
- voeg in!
- voegt in!
- ingevoegd
- invoegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor invoegen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
insert | invoegen | inzetstuk |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
feed in | invoegen; overgaan op nieuwe rijbaan | |
filter in | invoegen; overgaan op nieuwe rijbaan | |
insert | inleggen; invoegen; tussenleggen | inlassen; tussen zetten; tussenlassen |
introduce | inbrengen; invoegen | aandragen; aanvoeren; inleiden; introduceren; inwerken; kennis laten maken; naar voren brengen; openen; opperen; poneren; prepareren; stellen; voorbereiden op; voorstellen |
join the traffic | invoegen; overgaan op nieuwe rijbaan | |
put in | inbrengen; invoegen | binnensteken; binnenzetten; doen in; inbrengen; indoen; inprikken; insteken; instoppen |