Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. intrigerend:
  2. intrigeren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor intrigerend (Nederlands) in het Engels

intrigerend:

intrigerend bijvoeglijk naamwoord

  1. intrigerend
    intriguing; enchanting

Vertaal Matrix voor intrigerend:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enchanting intrigerend aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; allerliefst; attractief; begeerenswaardig; beheksend; bekoorlijk; betoverend; bevallig; boeiend; charmant; dottig; enig; fascinerend; integrerend; knap; lief; magisch; mooi; schattig; snoezig; toverachtig; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verrukkelijk; vertederend; verzoekend
intriguing intrigerend boeiend; fascinerend; integrerend

Wiktionary: intrigerend

intrigerend
adjective
  1. causing a desire to know more
  2. flashy or fancy

intrigeren:

intrigeren werkwoord (intrigeer, intrigeert, intrigeerde, intrigeerden, geïntrigeerd)

  1. intrigeren (fascineren; boeien)
    to fascinate; to intrigue; to captivate; to enchant; to enthral; to enthrall
    • fascinate werkwoord (fascinates, fascinated, fascinating)
    • intrigue werkwoord (intrigues, intrigued, intriguing)
    • captivate werkwoord (captivates, captivated, captivating)
    • enchant werkwoord (enchants, enchanted, enchanting)
    • enthral werkwoord, Brits (enthrals, enthraled, enthraling)
    • enthrall werkwoord, Amerikaans
  2. intrigeren (konkelen; kuipen)
    connive; to scheme
    • connive werkwoord
    • scheme werkwoord (schemes, schemed, scheming)

Conjugations for intrigeren:

o.t.t.
  1. intrigeer
  2. intrigeert
  3. intrigeert
  4. intrigeren
  5. intrigeren
  6. intrigeren
o.v.t.
  1. intrigeerde
  2. intrigeerde
  3. intrigeerde
  4. intrigeerden
  5. intrigeerden
  6. intrigeerden
v.t.t.
  1. ben geïntrigeerd
  2. bent geïntrigeerd
  3. is geïntrigeerd
  4. zijn geïntrigeerd
  5. zijn geïntrigeerd
  6. zijn geïntrigeerd
v.v.t.
  1. was geïntrigeerd
  2. was geïntrigeerd
  3. was geïntrigeerd
  4. waren geïntrigeerd
  5. waren geïntrigeerd
  6. waren geïntrigeerd
o.t.t.t.
  1. zal intrigeren
  2. zult intrigeren
  3. zal intrigeren
  4. zullen intrigeren
  5. zullen intrigeren
  6. zullen intrigeren
o.v.t.t.
  1. zou intrigeren
  2. zou intrigeren
  3. zou intrigeren
  4. zouden intrigeren
  5. zouden intrigeren
  6. zouden intrigeren
en verder
  1. heb geïntigreerd
  2. hebt geïntigreerd
  3. heeft geïntigreerd
  4. hebben geïntigreerd
  5. hebben geïntigreerd
  6. hebben geïntigreerd
diversen
  1. intrigeer!
  2. intrigeert!
  3. geïntrigeerd
  4. intrigerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor intrigeren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intrigue gekonkel; intrige; konkelarij
scheme doel; doeleinde; inzet; kleurenschema; opzet; plan; planning; schema; stelsel; streven; systeem; toeleg
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
captivate boeien; fascineren; intrigeren aandacht vasthouden; boeien; gekluisterd zitten
connive intrigeren; konkelen; kuipen
enchant boeien; fascineren; intrigeren bekoren; bevallen; blij maken; in verrukking brengen; plezieren; verblijden; verheugd; verrukken
enthral boeien; fascineren; intrigeren aandacht vasthouden; boeien; gekluisterd zitten
enthrall boeien; fascineren; intrigeren aandacht vasthouden; boeien; gekluisterd zitten
fascinate boeien; fascineren; intrigeren bekoren; bevallen; blij maken; in verrukking brengen; plezieren; verblijden; verheugd; verrukken
intrigue boeien; fascineren; intrigeren
scheme intrigeren; konkelen; kuipen

Wiktionary: intrigeren

intrigeren
verb
  1. interesse wekken, fascineren
  2. met slinkse streken te werk gaan
intrigeren
verb
  1. (intransitive) to intrigue, manipulate, plot, scheme
  2. plan

Computer vertaling door derden: