Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. inspecteur:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inspecteur (Nederlands) in het Engels

inspecteur:

inspecteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de inspecteur (controleur)
    the inspector; the examiner

Vertaal Matrix voor inspecteur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
examiner controleur; inspecteur examinator; onderzoeker; tester; vorser
inspector controleur; inspecteur conducteur; controleur; keurmeester; treinconducteur

Verwante woorden van "inspecteur":


Wiktionary: inspecteur

inspecteur
noun
  1. beroep|nld iemand wiens taak het is inspecties uit te voeren

Cross Translation:
FromToVia
inspecteur inspector inspecteur — Celui, celle dont la fonction est d’inspecter, de surveiller quelque chose.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van inspecteur