Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inleg (Nederlands) in het Engels

inleg:

inleg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de inleg (inlegsel)
    the inlay
    • inlay [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de inleg (minimum inleg)
    the deposit; the minimum deposit

Vertaal Matrix voor inleg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deposit inleg; minimum inleg aanbetaling; afzetsel; belegging; bezinksel; deposito; depot; drab; droesem; geldbelegging; grondsop; grondsoppen; investering; kit; kleefstof; lijm; plak; plaksel; residu; sediment; statiegeld; storting; zetsel
inlay inleg; inlegsel inlay
minimum deposit inleg; minimum inleg
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deposit aanbetalen; bijstorten; deponeren; geld overmaken; in bewaring geven; leggen; neerleggen; neerzetten; op rekening storten; overboeken; overschrijven; overzenden; plaatsen; stationeren; storten; zetten

Verwante woorden van "inleg":


inleg vorm van inleggen:

inleggen werkwoord (leg in, legt in, legde in, legden in, ingelegd)

  1. inleggen (conserveren)
    conserve; to preserve; to pickle
    • conserve werkwoord
    • preserve werkwoord (preserves, preserved, preserving)
    • pickle werkwoord (pickles, pickled, pickling)
  2. inleggen (tussenleggen; invoegen)
    to insert
    • insert werkwoord (inserts, inserted, inserting)

Conjugations for inleggen:

o.t.t.
  1. leg in
  2. legt in
  3. legt in
  4. leggen in
  5. leggen in
  6. leggen in
o.v.t.
  1. legde in
  2. legde in
  3. legde in
  4. legden in
  5. legden in
  6. legden in
v.t.t.
  1. heb ingelegd
  2. hebt ingelegd
  3. heeft ingelegd
  4. hebben ingelegd
  5. hebben ingelegd
  6. hebben ingelegd
v.v.t.
  1. had ingelegd
  2. had ingelegd
  3. had ingelegd
  4. hadden ingelegd
  5. hadden ingelegd
  6. hadden ingelegd
o.t.t.t.
  1. zal inleggen
  2. zult inleggen
  3. zal inleggen
  4. zullen inleggen
  5. zullen inleggen
  6. zullen inleggen
o.v.t.t.
  1. zou inleggen
  2. zou inleggen
  3. zou inleggen
  4. zouden inleggen
  5. zouden inleggen
  6. zouden inleggen
en verder
  1. is ingelegd
diversen
  1. leg in!
  2. legt in!
  3. ingelegd
  4. inleggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor inleggen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
insert invoegen; inzetstuk
pickle augurk; zure bom
preserve geconserveerd voedsel; inmaak; jam
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conserve conserveren; inleggen behouden; bewaren; conserveren
insert inleggen; invoegen; tussenleggen inlassen; tussen zetten; tussenlassen
pickle conserveren; inleggen inmaken; inpekelen; inzouten; marineren; opzouten; pekelen; toebereiden; zouten
preserve conserveren; inleggen balsemen; behoeden; behouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; bewaren; conserveren; handhaven; in blik conserveren; inbalsemen; inblikken; inmaken; instandhouden; stand houden; verduurzamen

Verwante woorden van "inleggen":


Wiktionary: inleggen


Cross Translation:
FromToVia
inleggen preserve confire — Faire cuire dans un sirop, une liqueur, une graisse, certains aliments en vue de leur conservation. La substance choisir pénétrer alors l’aliment et s’y incorporer.
inleggen put down; depose; leave; deposit; take down; hand in; dispatch; cable; file; lodge; store déposer — Traductions à trier suivant le sens
inleggen introduce; insert; put away; put in; stow; enclose; enter; input; sheathe; announce; advertise; give notice of introduire — Faire entrer une chose dans une autre.
inleggen put; put on; apply; lay down; place; put down; lay; set; insert; put away; put in; stow; enclose; introduce mettreplacer une personne, ou un animal, ou une chose dans un lieu déterminé.
inleggen corn saler — (cuisine) assaisonner avec du sel.

Verwante vertalingen van inleg