Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. inkoken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inkoken (Nederlands) in het Engels

inkoken:

inkoken werkwoord (kook in, kookt in, kookte in, kookten in, ingekookt)

  1. inkoken (door koken dikker maken; verdikken; inbinden; door koken verdikken; indikken)
    to thicken; to concentrate; to reduce; to condense; to boil down
    • thicken werkwoord (thickens, thickened, thickening)
    • concentrate werkwoord (concentrates, concentrated, concentrating)
    • reduce werkwoord (reduces, reduced, reducing)
    • condense werkwoord (condenses, condensed, condensing)
    • boil down werkwoord (boils down, boiled down, boiling down)

Conjugations for inkoken:

o.t.t.
  1. kook in
  2. kookt in
  3. kookt in
  4. koken in
  5. koken in
  6. koken in
o.v.t.
  1. kookte in
  2. kookte in
  3. kookte in
  4. kookten in
  5. kookten in
  6. kookten in
v.t.t.
  1. heb ingekookt
  2. hebt ingekookt
  3. heeft ingekookt
  4. hebben ingekookt
  5. hebben ingekookt
  6. hebben ingekookt
v.v.t.
  1. had ingekookt
  2. had ingekookt
  3. had ingekookt
  4. hadden ingekookt
  5. hadden ingekookt
  6. hadden ingekookt
o.t.t.t.
  1. zal inkoken
  2. zult inkoken
  3. zal inkoken
  4. zullen inkoken
  5. zullen inkoken
  6. zullen inkoken
o.v.t.t.
  1. zou inkoken
  2. zou inkoken
  3. zou inkoken
  4. zouden inkoken
  5. zouden inkoken
  6. zouden inkoken
en verder
  1. is ingekookt
diversen
  1. kook in!
  2. kookt in!
  3. ingekookt
  4. inkokend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor inkoken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
concentrate krachtvoer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boil down door koken dikker maken; door koken verdikken; inbinden; indikken; inkoken; verdikken door koken dikker worden; indikken; verdikken
concentrate door koken dikker maken; door koken verdikken; inbinden; indikken; inkoken; verdikken dikker worden; door koken dikker worden; geconcentreerder worden; indikken; stollen; verdikken
condense door koken dikker maken; door koken verdikken; inbinden; indikken; inkoken; verdikken condenseren; dikker worden; door koken dikker worden; geconcentreerder worden; indikken; kort samenvatten; recapituleren; samenvatten; stollen; tot damp worden; verdampen; verdikken; vervliegen
reduce door koken dikker maken; door koken verdikken; inbinden; indikken; inkoken; verdikken afnemen; afprijzen; beknotten; beperken; disloqueren; herleiden; inkrimpen; inperken; kleiner maken; krimpen; lager maken; minder maken; minder worden; minderen; minimaliseren; reduceren; roeren; slinken; temperen; terugvoeren; verkleinen; verkorten; verlagen; verleggen; verminderen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten
thicken door koken dikker maken; door koken verdikken; inbinden; indikken; inkoken; verdikken dikker worden; door koken dikker worden; geconcentreerder worden; indikken; stollen; verdikken