Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. indrukken:
  2. indruk:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor indrukken (Nederlands) in het Engels

indrukken:

indrukken werkwoord (druk in, drukt in, drukte in, drukten in, ingedrukt)

  1. indrukken (induwen)
    to impress; to dent; to push in; to press
    • impress werkwoord (impresses, impressed, impressing)
    • dent werkwoord (dents, dented, denting)
    • push in werkwoord (pushes in, pushed in, pushing in)
    • press werkwoord (presses, pressed, pressing)

Conjugations for indrukken:

o.t.t.
  1. druk in
  2. drukt in
  3. drukt in
  4. drukken in
  5. drukken in
  6. drukken in
o.v.t.
  1. drukte in
  2. drukte in
  3. drukte in
  4. drukten in
  5. drukten in
  6. drukten in
v.t.t.
  1. heb ingedrukt
  2. hebt ingedrukt
  3. heeft ingedrukt
  4. hebben ingedrukt
  5. hebben ingedrukt
  6. hebben ingedrukt
v.v.t.
  1. had ingedrukt
  2. had ingedrukt
  3. had ingedrukt
  4. hadden ingedrukt
  5. hadden ingedrukt
  6. hadden ingedrukt
o.t.t.t.
  1. zal indrukken
  2. zult indrukken
  3. zal indrukken
  4. zullen indrukken
  5. zullen indrukken
  6. zullen indrukken
o.v.t.t.
  1. zou indrukken
  2. zou indrukken
  3. zou indrukken
  4. zouden indrukken
  5. zouden indrukken
  6. zouden indrukken
en verder
  1. is ingedrukt
diversen
  1. druk in!
  2. drukt in!
  3. ingedrukt
  4. indrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor indrukken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dent bluts; deuk; instulping
impress inktstempel; stempel; zegel
press drukpers; pers; uitgeverijen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dent indrukken; induwen butsen; een deuk maken in; indeuken
impress indrukken; induwen bedrukken; beïnvloeden; inprenten; inscherpen; op het hart drukken; opdrukken; overdrukken; prenten; raken; treffen
press indrukken; induwen aandringen; aandrukken; aanhouden; knellen; op iets aandringen; oppersen; prenten; strak zitten; vastdrukken
push in indrukken; induwen binnen drijven; binnen jagen; inschuiven; instoppen; naar elkaar toe schuiven; toedekken

Verwante woorden van "indrukken":


indruk:

indruk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de indruk
    the impression; the suggestion

Vertaal Matrix voor indruk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
impression indruk advertentieaanvraag; druk; oplage; uitgave
suggestion indruk aanknopingspunt; aanwijzing; advies; motie; propositie; raad; raadgeving; suggestie; voorstel; voorstel doen
- impressie

Verwante woorden van "indruk":


Synoniemen voor "indruk":


Verwante definities voor "indruk":

  1. uitwerking die het heeft op gedachten en gevoel1
    • het optreden van Rob de Nijs maakte veel indruk1

Wiktionary: indruk

indruk
noun
  1. an impression; the mark left behind by printing something
  2. outward appearance
  3. overall effect of something
  4. indentation or depression made by pressure

Cross Translation:
FromToVia
indruk impression Eindruck — verbleibende Erinnerung, Vorstellung, die jemand oder etwas hinterlassen hat
indruk impression Impression — ein durch Sinneswahrnehmung oder gefühlsmäßig gewonnener Eindruck
indruk effect; impression effet — Traductions à trier suivant le sens
indruk impression; imprint; printing; printout; trace; track; spoor; trail; printed matter; air; aura; effect impression — imprimerie|fr action par laquelle une chose appliquer sur une autre y laisser une empreinte ; résultat de cette action.

Verwante vertalingen van indrukken