Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- inconsistent:
-
Wiktionary:
- inconsistent → improper
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor inconsistent (Nederlands) in het Engels
inconsistent:
-
inconsistent (onsamenhangend)
inconsistent; incoherent; ambivalent; uncorrelated; contradictory; incompatible; disconnected; clashing; conflicting-
inconsistent bijvoeglijk naamwoord
-
incoherent bijvoeglijk naamwoord
-
ambivalent bijvoeglijk naamwoord
-
uncorrelated bijvoeglijk naamwoord
-
contradictory bijvoeglijk naamwoord
-
incompatible bijvoeglijk naamwoord
-
disconnected bijvoeglijk naamwoord
-
clashing bijvoeglijk naamwoord
-
conflicting bijvoeglijk naamwoord
-
-
inconsistent (veranderlijk)
inconstant; unsteady; unstable-
inconstant bijvoeglijk naamwoord
-
unsteady bijvoeglijk naamwoord
-
unstable bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor inconsistent:
Verwante woorden van "inconsistent":
Wiktionary: inconsistent
inconsistent
adjective
-
Not consistent with established facts