Nederlands
Uitgebreide vertaling voor incapabel (Nederlands) in het Engels
incapabel:
-
incapabel (onbekwaam; incompetent; ongeschikt)
incapable; incompetent; inferior; unsound; inexpert-
incapable bijvoeglijk naamwoord
-
incompetent bijvoeglijk naamwoord
-
inferior bijvoeglijk naamwoord
-
unsound bijvoeglijk naamwoord
-
inexpert bijvoeglijk naamwoord
-
-
incapabel (onbekend met; onkundig)
Vertaal Matrix voor incapabel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
inferior | inferieur; mindere; ondergeschikte | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ignorant | incapabel; onbekend met; onkundig | niet onderwezen; ongeleerd; ongeletterd; onontwikkeld; onwetend |
incapable | incapabel; incompetent; onbekwaam; ongeschikt | |
incompetent | incapabel; incompetent; onbekwaam; ongeschikt | incompetent; lastig; niet schikkend; onbevoegd; storend |
inexpert | incapabel; incompetent; onbekwaam; ongeschikt | amateuristisch; incompetent; onbevoegd; ondeskundig |
inferior | incapabel; incompetent; onbekwaam; ongeschikt | arm; bijkomstig; inferieur; klein; minderwaardig; ondergeschikt; onderhorig; ondermaats; onderworpen; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; van geringe afmeting; zwak |
unsound | incapabel; incompetent; onbekwaam; ongeschikt | gebrekkig; ondeugdelijk |