Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. hobby:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hobby (Nederlands) in het Engels

hobby:

hobby [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hobby (bezigheid)
    the hobby
    – an auxiliary activity 1
    • hobby [the ~] zelfstandig naamwoord
    the action
    • action [the ~] zelfstandig naamwoord
    the pastime
    – a diversion that occupies one's time and thoughts (usually pleasantly) 1
    • pastime [the ~] zelfstandig naamwoord
      • sailing is her favorite pastime1
      • his main pastime is gambling1

Vertaal Matrix voor hobby:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
action bezigheid; hobby actie; aktie; claim; daad; eis; handeling; inwerking; rechtsvordering; vordering; werken; werking
hobby bezigheid; hobby liefhebberij
pastime bezigheid; hobby liefhebberij; tijdsbesteding; tijdverdrijf

Verwante woorden van "hobby":

  • hobbyen, hobby'tje

Wiktionary: hobby

hobby
noun
  1. een liefhebberij of bezigheid ter ontspanning voor in de vrije tijd
hobby
noun
  1. activity done for enjoyment in spare time
  2. that which amuses

Cross Translation:
FromToVia
hobby hobby HobbyBetätigung, Steckenpferd, Interessengebiet; etwas, das man freiwillig und gerne tut
hobby hobby violon d’Ingrespasse-temps favori.