Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. hellend:
  2. hellen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hellend (Nederlands) in het Engels

hellend:

hellend bijvoeglijk naamwoord

  1. hellend (schuin aflopend; steil)
    steep; sloping; slanting; oblique; lopsided; leaning; askew

Vertaal Matrix voor hellend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
leaning leunen
slanting flauw hellend aflopend; glooien
sloping flauw hellend aflopend; glooien
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
leaning hellend; schuin aflopend; steil dwars; scheef; schuin
lopsided hellend; schuin aflopend; steil dwars; scheef; schuin
oblique hellend; schuin aflopend; steil dwars; scheef; schuin
slanting hellend; schuin aflopend; steil dwars; scheef; schuin
sloping hellend; schuin aflopend; steil afhellend; aflopend; dwars; flauw hellend; glooiend; scheef; schuin
steep hellend; schuin aflopend; steil bruusk; kortaf; nors; onzacht
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
askew hellend; schuin aflopend; steil

Wiktionary: hellend

hellend
adjective
  1. architecture

hellend vorm van hellen:

hellen werkwoord (hel, helt, helde, helden, geheld)

  1. hellen (voorover buigen; overhellen; voorover hellen)
    to lean over; to slope; to slant; to incline
    • lean over werkwoord (leans over, leant over, leaning over)
    • slope werkwoord (slopes, sloped, sloping)
    • slant werkwoord (slants, slanted, slanting)
    • incline werkwoord (inclines, inclined, inclining)

Conjugations for hellen:

o.t.t.
  1. hel
  2. helt
  3. helt
  4. hellen
  5. hellen
  6. hellen
o.v.t.
  1. helde
  2. helde
  3. helde
  4. helden
  5. helden
  6. helden
v.t.t.
  1. heb geheld
  2. hebt geheld
  3. heeft geheld
  4. hebben geheld
  5. hebben geheld
  6. hebben geheld
v.v.t.
  1. had geheld
  2. had geheld
  3. had geheld
  4. hadden geheld
  5. hadden geheld
  6. hadden geheld
o.t.t.t.
  1. zal hellen
  2. zult hellen
  3. zal hellen
  4. zullen hellen
  5. zullen hellen
  6. zullen hellen
o.v.t.t.
  1. zou hellen
  2. zou hellen
  3. zou hellen
  4. zouden hellen
  5. zouden hellen
  6. zouden hellen
en verder
  1. is geheld
  2. zijn geheld
diversen
  1. hel!
  2. helt!
  3. geheld
  4. hellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor hellen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
incline afgang; berm; dijkhelling; glooiing; glooiingshoek; helling; talud
slope afgang; berm; dijkhelling; flauwe helling; glooiing; glooiingshoek; helling; talud
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
incline hellen; overhellen; voorover buigen; voorover hellen aflopen; flauw hellend aflopend; glooien; neigen; overhangen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen naar; vervallen
lean over hellen; overhellen; voorover buigen; voorover hellen
slant hellen; overhellen; voorover buigen; voorover hellen aflopen; flauw hellend aflopend; glooien; vervallen
slope hellen; overhellen; voorover buigen; voorover hellen aflopen; flauw hellend aflopend; glooien; vervallen

Verwante woorden van "hellen":


Wiktionary: hellen

hellen
verb
  1. schuin staan
hellen
verb
  1. incline

Cross Translation:
FromToVia
hellen stoop; incline; lean; slant; slope; tip pencher — Incliner (sens général)

Verwante vertalingen van hellend