Nederlands
Uitgebreide vertaling voor helen (Nederlands) in het Engels
helen:
-
helen (gezond worden; genezen; beteren)
-
helen (genezen van ziekte)
-
helen (gestolen goed verkopen)
Conjugations for helen:
o.t.t.
- heel
- heelt
- heelt
- helen
- helen
- helen
o.v.t.
- heelde
- heelde
- heelde
- heelden
- heelden
- heelden
v.t.t.
- heb geheeld
- hebt geheeld
- heeft geheeld
- hebben geheeld
- hebben geheeld
- hebben geheeld
v.v.t.
- had geheeld
- had geheeld
- had geheeld
- hadden geheeld
- hadden geheeld
- hadden geheeld
o.t.t.t.
- zal helen
- zult helen
- zal helen
- zullen helen
- zullen helen
- zullen helen
o.v.t.t.
- zou helen
- zou helen
- zou helen
- zouden helen
- zouden helen
- zouden helen
en verder
- ben geheeld
- bent geheeld
- is geheeld
- zijn geheeld
- zijn geheeld
- zijn geheeld
diversen
- heel!
- heelt!
- geheeld
- helend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor helen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cure | geneeskundige methode; geneeswijze | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cure | beteren; genezen; gezond worden; helen | cureren; genezen; gezond maken; kaken; uitsnijden; verduurzamen; vis kaken |
get well | beteren; genezen; gezond worden; helen | |
get well again | genezen van ziekte; helen | |
recover | beteren; genezen; gezond worden; helen | activeren; bekomen; herstellen; herwinnen; opleven; opwekken; reanimeren; terugwinnen; tot leven wekken; verlevendigen; zich hervinden |
regain one's health | beteren; genezen; gezond worden; helen | |
sell and receive stolen goods | gestolen goed verkopen; helen | |
- | genezen | |
Phrase | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
get well | beterschap |
Verwante woorden van "helen":
Synoniemen voor "helen":
Verwante definities voor "helen":
Wiktionary: helen
helen
Cross Translation:
verb
helen
-
gezond worden
- helen → heal
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• helen | → conceal | ↔ verhehlen — fast ausschließlich i. d. Negativierung mit ‚nicht’ gebraucht: etwas („nicht“) im Ungewissen lassen |
• helen | → recover; heal; care for; cure; treat; remedy | ↔ guérir — délivrer d’un mal physique. |
• helen | → recover; heal; care for; cure; treat; remedy | ↔ guérir — Se délivrer d’un mal physique. |
• helen | → recover; heal; reclaim; recoup; regain | ↔ recouvrer — retrouver, rentrer en possession ; acquérir de nouveau une chose qu’on perdre. |
helen vorm van hel:
-
de hel (duisternis)
-
hel
Vertaal Matrix voor hel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dark | duisternis; hel | donker; duister; duisternis |
darkness | duisternis; hel | deemstering; donker; donkerte; duister; duisterheid; duisternis; onduidelijkheid |
hell | duisternis; hel | |
inferno | duisternis; hel | |
staring | verbaasd aangapen; verbaasd aanstaren; verbaasd aanzien | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dark | donker; duister; onverlicht | |
glaring | hel | bitter; fel verlicht; giftig; kwaad; nijdig; woedend; zeer boos |
shrill | hel | doordringend; hard; hoog; indringend; schel; schel klinkend; scherp; scherpklinkend; schril; snerpend |
staring | hel | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
garish | hel | opgesierd; opgesmukt |
Verwante woorden van "hel":
Wiktionary: hel
hel
Cross Translation:
noun
hel
-
een plek waar de ziel van daartoe veroordeelde overledenen naar toe gaan
- hel → hell
proper noun
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hel | → clear; bright; light; shiny; distinct; plain; obvious; explicit; lucid; straightforward; light-coloured | ↔ clair — Qui a l’éclat du jour, de la lumière. |
• hel | → hell | ↔ enfer — Religion |