Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor heerschap (Nederlands) in het Engels
heerschap:
Vertaal Matrix voor heerschap:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bloke | heerschap; sujet; vent | gast; goser; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent |
chap | heerschap; sujet; vent | gast; goser; gozer; kerel; knakker; knul; man; snuiter; vent |
fellow | heerschap; sujet; vent | ambtgenoot; collega; compagnon; gabber; gast; gezel; goser; gozer; kameraad; kameraadje; kerel; knakker; knul; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; man; metgezel; pal; snuiter; spitsbroeder; vakgenoot; vent; vriend; vriendje |
guy | heerschap; sujet; vent | jongen; rakker; snuiter |
Verwante woorden van "heerschap":
Wiktionary: heerschap
heerschap
noun
-
domination, influence, or authority over another
-
The exercise of sovereign power