Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cradle
|
|
houder; kribbe; slaapplaats voor baby's; wieg
|
rock
|
|
gesteente; kei; klip; rif; rock; rolsteen; rots; rotsblok; rotswand; scheer; steen; uitstekende rots
|
roll
|
|
broodje; haspel; kadetje; kleine punt; klos; puntje; spoel; tonneau; werktuig om garen te winden; winder; winding
|
sway
|
|
slingerende beweging; slingering; zwaai
|
swing
|
|
schommel; slingerende beweging; slingering; zwaai
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cradle
|
heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen
|
in de houder plaatsen
|
dangle
|
heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken
|
bengelen; bungelen; slingeren
|
oscillate
|
heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken
|
oscilleren
|
rock
|
heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen; zwaaien; zwenken
|
hobbelen; schuddend op en neer gaan; stoten
|
roll
|
heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen
|
deinen; draaien; golven; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; verrollen; wentelen
|
sway
|
heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen
|
schommelen; waggelen; wankelen; wiegelen; wiegen
|
swing
|
heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen; zwaaien; zwenken
|
bengelen; draaien; slingeren; wenden; zwenken
|
swing to and fro
|
heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken
|
|