Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. hangers:
  2. hanger:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hangers (Nederlands) in het Engels

hangers:

hangers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de hangers (oorhangers)
    the drop earrings; the drops

Vertaal Matrix voor hangers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drop earrings hangers; oorhangers
drops hangers; oorhangers borrels; neutjes

Verwante woorden van "hangers":


hanger:

hanger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hanger (klerenhanger; knaapje)
    the clothes-hanger; the coat hanger

Vertaal Matrix voor hanger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clothes-hanger hanger; klerenhanger; knaapje
coat hanger hanger; klerenhanger; knaapje kleerhanger; knaapje

Verwante woorden van "hanger":


Wiktionary: hanger

hanger
noun
  1. a piece of jewellery hung from a chain worn around the neck

Cross Translation:
FromToVia
hanger buckle; pendant; during pendantpartie du baudrier ou du ceinturon au travers de laquelle on passe l’épée pour l’y pendre.
hanger pendant pendentif — Bijou qui pend à une chaîne