Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. hak:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hakje (Nederlands) in het Engels

hakje:


Verwante woorden van "hakje":


hakje vorm van hak:

hak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hak (slag met een scherp werktuig; houw)
    the gash; the slash
    • gash [the ~] zelfstandig naamwoord
    • slash [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gash hak; houw; slag met een scherp werktuig barst; gat; groef; houwen; inkeping; inkerving; insnijding; jaap; japen; keep; kerf; kloof; opening; reet; scheur; snede; sneden; snee; split; uitsparing
slash hak; houw; slag met een scherp werktuig inkeping; inkerving; insnijding; jaap; keep; kerf; slash; snede; snee; split
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slash in hout schrijven; kerven

Verwante woorden van "hak":


Wiktionary: hak

hak
noun
  1. agricultural tool
  2. part of shoe

Cross Translation:
FromToVia
hak heel AbsatzBekleidung: der erhöhte Teil der Schuhsohle am hinteren Schuhende
hak scar balafre — Longue entaille, plaie faite particulièrement au visage.
hak hoe; spud houe — agriculture|fr jardinage|fr instrument de fer, large et recourber, qui a un manche de bois, et avec lequel on remuer la terre en la tirant vers soi.