Grote in het Engels vertaald uit het Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

grote:
- vuluminous; big; large; great; tall of stature; tall; large tract; vast
- grown-up; grown
groot:
- large; great; big; vast; tall
Wiktionary:
- grote → stout
- grote → great, grand, major, substantial, ample
- groot → big, large, grown, adult, great, bumper, tall
- groot → largely, royally
- groot → whittle
- groot → large, big, adult, full-grown, plentiful, abundant, copious, profuse, ample, full, rich, affluent, aplenty, extensive, spacious, vast, wide, broad, capacious, commodious, huge, open, lax, bulky, sizable, voluminous, great, grand, major, substantial, ripe, extended

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor grote (Nederlands) in het Engels

grote:

grote bijvoeglijk naamwoord

grote (omvangrijke)
vuluminous; large
- vuluminous bijvoeglijk naamwoord
- large bijvoeglijk naamwoord
big
– above average in size or number or quantity or magnitude or extent ¹
- big bijvoeglijk naamwoord
  - set out for the big city¹
  - a big (or large) barn¹
  - big businesses¹
  - a big expenditure¹
  - a big group of scientists¹
grote (figuurlijk)
great
- great bijvoeglijk naamwoord
grote (lang van postuur)
tall of stature; tall
- tall of stature
- tall bijvoeglijk naamwoord
grote (uitgestrekte)
large; large tract
- large bijvoeglijk naamwoord
- large tract
grote (zeer uitgestrekte)
vast
- vast bijvoeglijk naamwoord

grote [de ~] zelfstandig naamwoord

de grote (volwassene)
the grown-up; the grown
- grown-up [the ~] zelfstandig naamwoord
- grown [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor grote:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grown	grote; volwassene
grown-up	grote; volwassene	meerderjarige; volwassene
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
great	figuurlijk; grote	aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; betoverend; briljant; dolletjes; enig; enorm; excellent; fantastisch; fenomenaal; flink; fors; geschikt; geweldig; groot; groots; grootschalig; hooggespannen; kiplekker; luisterrijk; magnifiek; mieters; prachtig; prima; puik; reuze; schitterend; subliem; superbe; tof; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
tall	grote; lang van postuur	aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors; groot; groots; grootschalig; lang; reuze; rijzig
vast	grote; zeer uitgestrekte	aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors; gigantisch; grenzeloos; groot; groots; grootschalig; heel groot; immens; kolossaal; onmetelijk; ontzaglijk; reusachtig; reuze; zeer groot
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
large tract	grote; uitgestrekte
tall of stature	grote; lang van postuur
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
big	grote; omvangrijke	aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; breed; breedgeschouderd; enorm; flink; fors; groot; groots; grootschalig; reuze; uit de kluiten gewassen
large	grote; omvangrijke; uitgestrekte	aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors; groot
vuluminous	grote; omvangrijke

Verwante woorden van "grote":

groot

Wiktionary: grote

grote

noun

large clothing size
- stout → grote

Cross Translation:

From	To	Via
• grote	→ great; grand; major; substantial; ample	↔ grand — De hauteur importante.

groot:

groot bijvoeglijk naamwoord

groot
large; great; vast; tall
- large bijvoeglijk naamwoord
- great bijvoeglijk naamwoord
- vast bijvoeglijk naamwoord
- tall bijvoeglijk naamwoord
big
– above average in size or number or quantity or magnitude or extent ¹
- big bijvoeglijk naamwoord
  - set out for the big city¹
  - a big (or large) barn¹
  - big businesses¹
  - a big expenditure¹
  - a big group of scientists¹

Vertaal Matrix voor groot:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
great	groot	aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; betoverend; briljant; dolletjes; enig; enorm; excellent; fantastisch; fenomenaal; figuurlijk; flink; fors; geschikt; geweldig; groots; grootschalig; grote; hooggespannen; kiplekker; luisterrijk; magnifiek; mieters; prachtig; prima; puik; reuze; schitterend; subliem; superbe; tof; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
tall	groot	aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors; groots; grootschalig; grote; lang; lang van postuur; reuze; rijzig
vast	groot	aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors; gigantisch; grenzeloos; groots; grootschalig; grote; heel groot; immens; kolossaal; onmetelijk; ontzaglijk; reusachtig; reuze; zeer groot; zeer uitgestrekte
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
big	groot	aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; breed; breedgeschouderd; enorm; flink; fors; groots; grootschalig; grote; omvangrijke; reuze; uit de kluiten gewassen
large	groot	aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors; grote; omvangrijke; uitgestrekte

Verwante woorden van "groot":

grootheid, grootst, grootste, grote

Antoniemen van "groot":

klein

Verwante definities voor "groot":

belangrijk of voornaam²
- Rembrandt was een groot kunstenaar²
met flinke afmetingen²
- wij wonen in een groot huis met tien kamers²

Wiktionary: groot

groot

adjective

meer dan normaal in formaat
- groot → big; large
bewonderenswaardig, goed
- groot → big; large
machtig, belangrijk
- groot → big; large
volwassen
- groot → grown; adult

adverb

in ruime mate
- groot → largely; royally

groot

adjective

-
- large; big → groot; omvangrijk
very big, large scale
- great → groot
colloquial: large
- bumper → groot; vol; immens
of a person
- tall → lang; groot

noun

large knife
- whittle → groot; mes

Cross Translation:

From	To	Via
• groot	→ large; big	↔ groß — von beträchtlichem Ausmaß
• groot	→ adult; full-grown	↔ adulte — Qui a terminé sa puberté, dépassé l'adolescence.
• groot	→ plentiful; abundant; copious; profuse; ample; full; rich; affluent; aplenty; extensive; spacious; vast; wide; broad; capacious; commodious; huge; open; lax; bulky; sizable; voluminous	↔ ample — Qui dépasser en largeur et en longueur la mesure ordinaire.
• groot	→ great; grand; major; substantial; ample	↔ grand — De hauteur importante.
• groot	→ wide; large; broad; abundant; copious; plentiful; profuse; ample; rich; affluent; aplenty; extensive; spacious; vast; capacious; commodious; huge; open; lax; bulky; sizable; voluminous	↔ large — Qualifie un corps considérer dans l’extension qu’il a d’un de ses côtés à l’autre, lorsqu'on parle de sa plus petite longueur, par opposition à long.
• groot	→ ripe	↔ mûr — Qui a atteint son plein développement. (Sens général).
• groot	→ extensive; extended; spacious; vast; wide; broad; capacious; huge; open; ample; bulky; sizable; commodious; voluminous	↔ étendu — grand, large, vaste.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van grote

Remove Ads

Vertaal grote van Nederlands naar Engels

Uitgebreide vertaling voor grote (Nederlands) in het Engels

grote:

grote bijvoeglijk naamwoord

grote (omvangrijke)

grote (figuurlijk)

grote (lang van postuur)

grote (uitgestrekte)

grote (zeer uitgestrekte)