Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. grijns:
  2. grijnzen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor grijns (Nederlands) in het Engels

grijns:

grijns [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de grijns (sneer; grijnslach)
    the sneer; the grin; the smirk; the jibe
    • sneer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • grin [the ~] zelfstandig naamwoord
    • smirk [the ~] zelfstandig naamwoord
    • jibe [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de grijns (grimas; grijnslach)
    the grin; the smirk; the sneer
    • grin [the ~] zelfstandig naamwoord
    • smirk [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sneer [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor grijns:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grin grijns; grijnslach; grimas; sneer glimlach; glimlachje; lachje
jibe grijns; grijnslach; sneer
smirk grijns; grijnslach; grimas; sneer
sneer grijns; grijnslach; grimas; sneer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grin grijnzen; grijnzend lachen; grimassen; sneren; vals grijnzen
jibe gijpen; omslaan van het zeil voor de wind; uitsliepen
smirk grijnzen; grijnzend lachen; grimassen; grimassen maken; sneren; vals grijnzen; vals lachen
sneer belachelijk maken; bespotten; de spot drijven; grijnzen; ironiseren; schamperen; sneren; vals grijnzen; vals lachen

Verwante woorden van "grijns":


Wiktionary: grijns

grijns
noun
  1. A smile revealing the teeth

grijns vorm van grijnzen:

grijnzen werkwoord (grijns, grijnst, grijnsde, grijnsden, gegrijnsd)

  1. grijnzen (grimassen; grijnzend lachen)
    to grin; to smirk; grimace
    • grin werkwoord (grins, grinned, grinning)
    • smirk werkwoord (smirks, smirked, smirking)
    • grimace werkwoord
  2. grijnzen (glimlachen)
    to smile; to chuckle
    • smile werkwoord (smiles, smiled, smiling)
    • chuckle werkwoord (chuckles, chuckled, chuckling)
  3. grijnzen (vals grijnzen; sneren)
    to sneer; to grin; to smirk
    • sneer werkwoord (sneers, sneered, sneering)
    • grin werkwoord (grins, grinned, grinning)
    • smirk werkwoord (smirks, smirked, smirking)

Conjugations for grijnzen:

o.t.t.
  1. grijns
  2. grijnst
  3. grijnst
  4. grijnzen
  5. grijnzen
  6. grijnzen
o.v.t.
  1. grijnsde
  2. grijnsde
  3. grijnsde
  4. grijnsden
  5. grijnsden
  6. grijnsden
v.t.t.
  1. heb gegrijnsd
  2. hebt gegrijnsd
  3. heeft gegrijnsd
  4. hebben gegrijnsd
  5. hebben gegrijnsd
  6. hebben gegrijnsd
v.v.t.
  1. had gegrijnsd
  2. had gegrijnsd
  3. had gegrijnsd
  4. hadden gegrijnsd
  5. hadden gegrijnsd
  6. hadden gegrijnsd
o.t.t.t.
  1. zal grijnzen
  2. zult grijnzen
  3. zal grijnzen
  4. zullen grijnzen
  5. zullen grijnzen
  6. zullen grijnzen
o.v.t.t.
  1. zou grijnzen
  2. zou grijnzen
  3. zou grijnzen
  4. zouden grijnzen
  5. zouden grijnzen
  6. zouden grijnzen
diversen
  1. grijns!
  2. grijnst!
  3. gegrijnsd
  4. grijnzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor grijnzen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chuckle gegrinnik
grin glimlach; glimlachje; grijns; grijnslach; grimas; lachje; sneer
smile glimlach; glimlachje; lachje
smirk grijns; grijnslach; grimas; sneer
sneer grijns; grijnslach; grimas; sneer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chuckle glimlachen; grijnzen fijntjes lachen; ginnegappen; gniffelen; gnuiven; grinniken; heimelijk lachen; lachen; meesmuilen; proesten; schateren; spottend glimlachen
grimace grijnzen; grijnzend lachen; grimassen
grin grijnzen; grijnzend lachen; grimassen; sneren; vals grijnzen
smile glimlachen; grijnzen
smirk grijnzen; grijnzend lachen; grimassen; sneren; vals grijnzen grimassen maken; vals lachen
sneer grijnzen; sneren; vals grijnzen belachelijk maken; bespotten; de spot drijven; ironiseren; schamperen; vals lachen

Verwante woorden van "grijnzen":


Wiktionary: grijnzen

grijnzen
verb
  1. To smile showing the teeth
  2. To smile in a way that is affected, smug, insolent or contemptuous

Cross Translation:
FromToVia
grijnzen grin; smirk grinsen — mit breitem Mund lächeln

Computer vertaling door derden: