Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. god:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor god (Nederlands) in het Engels

god:

god [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de god (godheid; goddelijkheid)
    the divinity; the divineness; the godhood
  2. de god (afgodsbeeld)
    the tin god; the image; the idol
    • tin god [the ~] zelfstandig naamwoord
    • image [the ~] zelfstandig naamwoord
    • idol [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor god:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
divineness god; goddelijkheid; godheid
divinity god; goddelijkheid; godheid
godhood god; goddelijkheid; godheid
idol afgodsbeeld; god afgod; afgodsbeeld; idool
image afgodsbeeld; god afbeelden; afbeelding; beeld; beeldhouwwerk; beeltenis; denkbeeld; digitale afbeelding; gedachte; idee; imago; kopie; mentale voorstelling; portret; prent; scene; sculptuur; spiegelbeeld; tafereel
tin god afgodsbeeld; god godje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
image visualiseren

Verwante woorden van "god":


Wiktionary: god

god
noun
  1. hypothetisch bovennatuurlijk wezen dat verantwoordelijk wordt geacht voor (bepaalde aspecten van) de werkelijkheid
god
noun
  1. deity
proper noun
  1. omnipotent being

Verwante vertalingen van god