Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- geworteld:
- wortelen:
-
Wiktionary:
- geworteld → rooted
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor geworteld (Nederlands) in het Engels
geworteld:
-
geworteld (als met wortels ingegroeid; vastgegroeid; verstokt; ingeworteld)
deep-seated; entrenched; rooted; inveterate; incorrigible-
deep-seated bijvoeglijk naamwoord
-
entrenched bijvoeglijk naamwoord
-
rooted bijvoeglijk naamwoord
-
inveterate bijvoeglijk naamwoord
-
incorrigible bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor geworteld:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
deep-seated | als met wortels ingegroeid; geworteld; ingeworteld; vastgegroeid; verstokt | diep; diepgeworteld; diepliggend |
entrenched | als met wortels ingegroeid; geworteld; ingeworteld; vastgegroeid; verstokt | |
incorrigible | als met wortels ingegroeid; geworteld; ingeworteld; vastgegroeid; verstokt | onverbeterlijk |
ingrained | als met wortels ingegroeid; geworteld; ingeworteld; vastgegroeid; verstokt | diepgeworteld |
rooted | als met wortels ingegroeid; geworteld; ingeworteld; vastgegroeid; verstokt | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
inveterate | als met wortels ingegroeid; geworteld; ingeworteld; vastgegroeid; verstokt | onverbeterlijk |
geworteld vorm van wortelen:
-
wortelen (wortel schieten; vastgroeien)
Conjugations for wortelen:
o.t.t.
- wortel
- wortelt
- wortelt
- wortelen
- wortelen
- wortelen
o.v.t.
- wortelde
- wortelde
- wortelde
- wortelden
- wortelden
- wortelden
v.t.t.
- ben geworteld
- bent geworteld
- is geworteld
- zijn geworteld
- zijn geworteld
- zijn geworteld
v.v.t.
- was geworteld
- was geworteld
- was geworteld
- waren geworteld
- waren geworteld
- waren geworteld
o.t.t.t.
- zal wortelen
- zult wortelen
- zal wortelen
- zullen wortelen
- zullen wortelen
- zullen wortelen
o.v.t.t.
- zou wortelen
- zou wortelen
- zou wortelen
- zouden wortelen
- zouden wortelen
- zouden wortelen
diversen
- wortel!
- wortelt!
- geworteld
- wortelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor wortelen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
root | hoofdmap | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
be rooted | vastgroeien; wortel schieten; wortelen | |
root | vastgroeien; wortel schieten; wortelen | doorwroeten; graaien; grijpen; grissen; jatten; pikken; snaaien; wegkapen; woelen; wroeten; wroetend onderzoeken; wurmen |
take root | vastgroeien; wortel schieten; wortelen | postvatten |