Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- gevormd:
- vormen:
-
Wiktionary:
- gevormd → well-formed
- vormen → form, shape, constitute, mold, make, hew, comprise, compose
- vormen → confirm, corroborate, acknowledge, affirm, establish, uphold, constitute, form, configure, train, educate
-
Gebruikers suggesties voor gevormd:
- molded
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gevormd (Nederlands) in het Engels
gevormd:
-
gevormd
Vertaal Matrix voor gevormd:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
made | gevormd | gecreëerd; gemaakt; geproduceerd; geschapen; vervaardigd |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
produced | gevormd | gemaakt; geproduceerd; opgeleverd; vervaardigd |
Wiktionary: gevormd
gevormd
adjective
-
syntactically correct
gevormd vorm van vormen:
-
vormen (vorm geven; modelleren; boetseren)
-
vormen (vervaardigen; kneden; modelleren; maken)
-
vormen (opvoeden; grootbrengen)
-
vormen (gestalte geven; vorm geven aan)
to give shape
Conjugations for vormen:
o.t.t.
- vorm
- vormt
- vormt
- vormen
- vormen
- vormen
o.v.t.
- vormde
- vormde
- vormde
- vormden
- vormden
- vormden
v.t.t.
- heb gevormd
- hebt gevormd
- heeft gevormd
- hebben gevormd
- hebben gevormd
- hebben gevormd
v.v.t.
- had gevormd
- had gevormd
- had gevormd
- hadden gevormd
- hadden gevormd
- hadden gevormd
o.t.t.t.
- zal vormen
- zult vormen
- zal vormen
- zullen vormen
- zullen vormen
- zullen vormen
o.v.t.t.
- zou vormen
- zou vormen
- zou vormen
- zouden vormen
- zouden vormen
- zouden vormen
diversen
- vorm!
- vormt!
- gevormd
- vormend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het vormen (beschaven; cultiveren; ontwikkelen)
Vertaal Matrix voor vormen:
Verwante woorden van "vormen":
Verwante definities voor "vormen":
Wiktionary: vormen
vormen
Cross Translation:
verb
vormen
-
in de juiste vorm brengen
-
deel uitmaken van, fungeren als bouwsteen van
- vormen → form; constitute
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vormen | → confirm; corroborate; acknowledge; affirm; establish; uphold | ↔ confirmer — Faire persister quelqu’un dans une opinion, dans une résolution, l’affermir dans cette opinion, dans cette résolution. |
• vormen | → constitute | ↔ constituer — concourir, avec d’autres éléments, à former une chose en un tout ou l’essence d’une chose. |
• vormen | → form; configure; train; educate | ↔ former — créer en donnant l’être et la forme. |