Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. geval:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geval (Nederlands) in het Engels

geval:

geval [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het geval (aangelegenheid; kwestie; zaak; affaire)
    the business; the case; the matter; the affair
    • business [the ~] zelfstandig naamwoord
    • case [the ~] zelfstandig naamwoord
    • matter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • affair [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. het geval (casus; kwestie)
    the case
    • case [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. het geval (kwestie; zaak)
    the issue; the point of discussion; the question
  4. het geval (probleemgeval)
    the problematical case; the problem

Vertaal Matrix voor geval:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affair aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak affaire; avontuurtje; feit; gebeurtenis; incident; liaison; liefdesrelatie; relatie; slippertje; verhouding; voorval
business aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak aangelegenheden; affaires; bedrijf; bedrijfsleven; commercie; coöperatie; feit; firma; gebeurtenis; handel; handelsbedrijf; handelshuis; handelswaar; incident; klandizie; kleine onderneming; koophandel; koopwaar; maatschap; maatschappij; nering; onderneming; vennootschap; voorval; waar; winkelbedrijf; zaak; zaken
case aangelegenheid; affaire; casus; geval; kwestie; zaak aanvraag; behuizing; contract; doos; etui; foedraal; geding; issue; kist; kistje; koker; kokervormig doosje; krat; kratje; kwestie; la; lade; naamval; pennendoosje; pennenkoker; probleem; procedure; proces; proefpersoon; punt; rechtsgeding; rechtszaak; schuifla; schuiflade; taak; vraagstuk
issue geval; kwestie; zaak actiepunt; afgifte; aflevering; editie; emissie; issue; kwestie; punt; uitdeling; uitgaaf; uitgave; uitgifte; uitreiking; uitstoot; verstrekking
matter aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak artikel; bik; ding; feit; gebeurtenis; goed; gruis; incident; item; kwestie; macadam; materie; metselspecie; mortel; object; probleem; puin; split; steengruis; steenslag; stof; substantie; voorval; voorwerp; vraagstuk; zaak
point of discussion geval; kwestie; zaak
problem geval; probleemgeval complicatie; interpellatie; knik; kwestie; opgaaf; opgave; probleem; strubbeling; vraag; vraagstuk; zwaarte
problematical case geval; probleemgeval ingewikkeldheid; kwestie; moeilijkheid; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte
question geval; kwestie; zaak interpellatie; issue; kwestie; opgaaf; opgave; probleem; punt; vraag; vraagstuk; zwaarte
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
issue openbaren; publiceren; uitbrengen; uitgeven
matter afzetten; uitdoen; uitmaken; uitschakelen; uitzetten
question aanvechten; aarzelen; bestrijden; betwisten; doorvragen; doorzagen; interpelleren; ondervragen; overhoren; twijfelen; uithoren; uitvragen; verhoren; weifelen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
issue uitkomen; uitstromen

Verwante woorden van "geval":

  • gevallen

Verwante definities voor "geval":

  1. je weet niet precies wat het is1
    • hoe heet zo'n geval ook weer?1
  2. toestand of situatie1
    • in jouw geval zou ik maar oppassen!1

Wiktionary: geval

geval
noun
  1. één bepaalde mogelijkheid uit meerdere mogelijke
geval
noun
  1. instance or event as a topic of study

Cross Translation:
FromToVia
geval case FallStochastik, Logik: das Eintreten eines Zustandes
geval occurrence; incident; case Kasusbildungssprachlich, selten: Gegenstand, Vorkommnis

Verwante vertalingen van geval