Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gesloten (Nederlands) in het Engels
gesloten:
-
gesloten (afgesloten; dicht; toe)
-
gesloten (op slot; dicht)
-
gesloten (taciturn; zwijgend; zwijgzaam; weinig spraakzaam; stil)
reserved; taciturn; tight-lipped; not saying much-
reserved bijvoeglijk naamwoord
-
taciturn bijvoeglijk naamwoord
-
tight-lipped bijvoeglijk naamwoord
-
not saying much bijvoeglijk naamwoord
-
-
gesloten (terughoudend; gereserveerd; ingetogen; terughoudende; koel; geheimzinnig)
Vertaal Matrix voor gesloten:
Verwante woorden van "gesloten":
gesloten vorm van sluiten:
-
sluiten (dichtdoen; afsluiten; toedoen; toemaken)
-
sluiten (dichtdoen; toedoen; dichtmaken; toetrekken)
-
sluiten (vergrendelen; locken; afsluiten; afgrendelen; op slot zetten; op slot doen; grendelen; borgen; dichtdoen; dichtmaken)
-
sluiten
Conjugations for sluiten:
o.t.t.
- sluit
- sluit
- sluit
- sluiten
- sluiten
- sluiten
o.v.t.
- sloot
- sloot
- sloot
- sloten
- sloten
- sloten
v.t.t.
- heb gesloten
- hebt gesloten
- heeft gesloten
- hebben gesloten
- hebben gesloten
- hebben gesloten
v.v.t.
- had gesloten
- had gesloten
- had gesloten
- hadden gesloten
- hadden gesloten
- hadden gesloten
o.t.t.t.
- zal sluiten
- zult sluiten
- zal sluiten
- zullen sluiten
- zullen sluiten
- zullen sluiten
o.v.t.t.
- zou sluiten
- zou sluiten
- zou sluiten
- zouden sluiten
- zouden sluiten
- zouden sluiten
en verder
- ben gesloten
- bent gesloten
- is gesloten
- zijn gesloten
- zijn gesloten
- zijn gesloten
diversen
- sluit!
- sluitt!
- gesloten
- sluitned
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze