Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Vertaal geslaagd

Vertaal geslaagd van Nederlands naar Engels

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

geslaagd:
- successful; prosperous; with excellent results; fortunate; with good results
slagen:
- succeeding; success; working
- be successful
Wiktionary:
- geslaagd → prosperous, successful
- slagen → succeed, pass, nail
- slagen → succeed, complete, accomplish, manage, make, butt, reach, catch, hit, run across, strike, attain, encounter, find, score, run up against, get, achieve, arrive at, pass

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geslaagd (Nederlands) in het Engels

geslaagd:

geslaagd bijvoeglijk naamwoord

geslaagd (succesvol)
successful; prosperous; with excellent results; fortunate; with good results
- successful bijvoeglijk naamwoord
- prosperous bijvoeglijk naamwoord
- with excellent results bijvoeglijk naamwoord
- fortunate bijvoeglijk naamwoord
- with good results bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor geslaagd:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fortunate		mazzel; meevaller
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fortunate	geslaagd; succesvol	fortuinlijk; gelukkig; voorspoedig; voorspoedig verlopend
prosperous	geslaagd; succesvol	blakend; bloeiend; florerend; florissant; gelukkig; gezond; in goeden doen; voorspoedig; voorspoedig verlopend; welgesteld; welvarend; zonder ziekte
successful	geslaagd; succesvol	gelukkig; voorspoedig; voorspoedig verlopend
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
with excellent results	geslaagd; succesvol
with good results	geslaagd; succesvol

Wiktionary: geslaagd

geslaagd

adjective

characterized by success
- prosperous → succesvol; geslaagd
favorable
- prosperous → voorspoedig; geslaagd; gelukkig
resulting in success
- successful → succesvol; geslaagd; gelukt

slagen:

slagen [het ~] zelfstandig naamwoord

het slagen (lukken; gelukken)
the succeeding; the success; the working
- succeeding [the ~] zelfstandig naamwoord
- success [the ~] zelfstandig naamwoord
- working [the ~] zelfstandig naamwoord

slagen werkwoord (slaag, slaagt, slaagde, slaagden, geslaagd)

slagen (succes hebben)
to be successful
- be successful werkwoord (is successful, being successful)

Conjugations for slagen:

o.t.t.

slaag
slaagt
slaagt
slagen
slagen
slagen

o.v.t.

slaagde
slaagde
slaagde
slaagden
slaagden
slaagden

v.t.t.

ben geslaagd
bent geslaagd
is geslaagd
zijn geslaagd
zijn geslaagd
zijn geslaagd

v.v.t.

was geslaagd
was geslaagd
was geslaagd
waren geslaagd
waren geslaagd
waren geslaagd

o.t.t.t.

zal slagen
zult slagen
zal slagen
zullen slagen
zullen slagen
zullen slagen

o.v.t.t.

zou slagen
zou slagen
zou slagen
zouden slagen
zouden slagen
zouden slagen

diversen

slaag!
slaagt!
geslaagd
slagend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor slagen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
succeeding	gelukken; lukken; slagen
success	gelukken; lukken; slagen	succes; voorspoedigheid; welslagen; welstand; welvaart
working	gelukken; lukken; slagen	arbeid; functioneren; job; karwei; werken; werking
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
be successful	slagen; succes hebben
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
succeeding		navolgend; onderstaande; opvolgend; volgende
working		actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; druk; werkend; werkzaam

Verwante woorden van "slagen":

slag

Antoniemen van "slagen":

mislukken; stralen; zakken; falen

Verwante definities voor "slagen":

goed lukken¹
- ik hoop maar dat het feest slaagt¹
het examen halen¹
- hij is geslaagd voor de havo¹
het met succes doen¹
- zij slaagde erin directeur te worden¹

Wiktionary: slagen

slagen

verb

iets bereiken
- slagen → succeed
het examen succesvol beëindigen
- slagen → pass

slagen

verb

accomplish something completely and successfully
- nail → slagen; voor elkaar krijgen
go through any inspection or test successfully
- pass → slagen

Cross Translation:

From	To	Via
• slagen	→ succeed	↔ gelingen — etwas erfolgreich zu Ende bringen
• slagen	→ complete; accomplish; manage; make	↔ schaffen — etwas zu Ende bringen, bestehen, eine Aufgabe bewältigen
• slagen	→ butt	↔ abouter — joindre (deux choses) bout à bout.
• slagen	→ reach; manage; catch; hit; run across; strike; attain; encounter; find; score; run up against; succeed; accomplish; get; achieve; arrive at	↔ parvenir — Arriver à un point donné à la suite d’un déplacement. (Sens général)
• slagen	→ succeed; manage; pass	↔ réussir — Avoir une bonne ou une mauvaise issue.

¹Muiswerk Woordenboek